This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
4.5 - Romeinen
en Germanen
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe het West-Romeinse Rijk eindigde.
Slide 2 - Slide
Planning
Crisis
Machstrijd
Grote volksverhuizingen
Splitsing van het rijk
Val van het rijk
Zelfstandig werken
Afsluiting
Slide 3 - Slide
Koninkrijk?
De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.
En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
De belangrijkste volken rondom het Romeinse Rijk tussen de 2e-5e eeuw
Hunnen
Angelen
Saksen
Vandalen
Visigoten
Ostrogoten
Slide 4 - Slide
Crisis
Het gaat niet goed met het Romeinse Rijk: de keizers zijn vooral bezig met ruzies en feesten.
Daarnaast zijn er allemaal epidemieën waardoor het aantal inwoners daalde.
Er was minder productie en handel. Daardoor kreeg het rijk minder belasting binnen en minder soldaten die de grenzen konden onderhouden.
De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het derde deel van de serie heet Consummation (verorbering), en laat zien dat er vooral heel veel gefeest wordt.
Slide 5 - Slide
De Hunnen
De Hunnen zijn een stam uit Azië.
Ze zijn gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn.
Over hun leider Atilla wordt gezegd dat hij geen genade voor lafheid kent...
Slide 6 - Slide
Grote Volksverhuizing
...Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken.
En door deze volken, gaan andere volken ook weer op de vlucht. In heel Europa trekken volken rond. Je noemt dit de grote volksverhuizing.
Slide 7 - Slide
Het Rijk wordt gesplitst
Het Rijk wordt in 395 twee stukken gedeeld.
Het oostelijk deel wordt het Oost-Romeinse Rijk. De hoofdstad is Constantinopel.
In het West-Romeinse Rijk blijft Rome (voorlopig) de hoofdstad.
Beide rijken hebben een eigen keizer.
Slide 8 - Slide
In het West-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Rome (later: Milaan en Ravenna), spraken de meeste mensen Latijn.
In het Oost-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Constantinopel, spraken de meeste mensen Grieks.
Slide 9 - Slide
Christenen in het Romeinse Rijk
Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk.
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.
De Grote Volksverhuizing tussen de 3e en 5e eeuw.
De Hunnen waren een stam uit Azië. Ze waren gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken.
De Vandalen kwamen helemaal tot aan Rome. Ze plunderden de stad een paar keer en roofden zelfs het goud van de tempeldaken. Het begrip vandalisme komt inderdaad van de plunderende Vandalen.
De Angelen en Saksen steken de Noordzee over en komen terecht in Engeland.
Veel namen van stammen kom je tegenwoordig nog steeds tegen in namen van landen en streken: Franci (Frankrijk), Alemanni (Duitsland, in het Frans: Allemange), Bavarii (Beieren), enz.
Slide 10 - Slide
Het West-Romeinse Rijk valt
Volken vallen het Rijk binnen en plunderen de rijkdommen.
Romeinse aanvoerders hebben steeds minder te zeggen, en in 476 wordt zelfs een niet-Romein, keizer.
Historici zien dit als het einde van het West-Romeinse Rijk.
Slide 11 - Slide
Het West-Romeinse Rijk valt
Volken vallen het Rijk binnen en plunderen de rijkdommen.
Romeinse Rijk wordt gesplitst in Oost-Romeinse en West-Romeinse Rijk.
In 476wordt een niet-Romein als keizer aangesteld.
Historici zien dit als het einde van het West-Romeinse Rijk.
Slide 12 - Slide
Het West-Romeinse Rijk valt
476
De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het vierde deel van de serie heet Destruction, en lijkt op de inval van Rome door de Vandalen (in 455)
Een dreigende lucht met donkere wolken.
Een gebroken schild
Van een standbeeld ontbreekt het hoofd
Een vrouw wordt in het water gegooid
Een noodbrug die op instorten staat
Een vernielde brug.
Een paleis staat in brand: je ziet de vlammen
Slide 13 - Slide
Wat is er gebleven?
In de duizend jaar dat het West-Romeinse Rijk heeft bestaan, heeft het veel achtergelaten
Bijvoorbeeld: de taal (Latijn), de godsdienst (christendom), techniek, de kalender en wetgeving.
Veel kennis van de grote Griekse en Romeinse geleerden blijft bewaard in boeken, vooral in de bibliotheken van het Oost-Romeinse Rijk.
De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit is het vijfde schilderij uit de serie en heet Desolation (verlatenheid, eenzaamheid), en toont een rijk nadat het is ingestort.
Ook hier lijkt het weer een beetje op Rome, na de val van het West-Romeinse Rijk: de ruïnes zijn overgebleven...
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Wat hadden de Hunnen en de Grote Volksverhuizing met elkaar te maken? Kies het juiste antwoord.
A
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen. Overal waar ze kwamen, werden de volken die daar woonden bang en vluchtten.
B
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen en moesten dus steeds verhuizen.
C
Niets. Veel volken verhuisden, maar de Hunnen niet.
D
Niets. De Hunnen waren al eeuwen dood toen de Grote Volksverhuizing begon.
Slide 16 - Quiz
Wat hebben de jaartallen 395 en 476 te maken met het Romeinse Rijk? Kies het juiste antwoord.
A
In 395 werd het christendom staatsgodsdienst.
In 476 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst.
B
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst.
In 476 was het einde van het West-Romeinse Rijk
C
In 395 ging de laatste West-Romeinse keizer dood.
In 476 was het einde van het Oost-Romeinse Rijk.
D
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst.
In 476 veroverden de Hunnen het West-Romeinse Rijk.
Slide 17 - Quiz
Zelfstandig werken
Je kijkt het huiswerk zelfstandig na. De antwoorden staan bij de studiewijzers in Magister.
Ben je klaar? Dan ga je bezig met het bijwerken van de herhalingsopdrachten van paragraaf 4.1 t/m 4.5 op pagina 111.
Je mag er ook voor kiezen om een verdiepingsopdracht te maken.