This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Chapitre 3
Les 11
Chapitre 3
faire les magasins
Slide 1 - Slide
pour jeudi
apprendre: rijtjes van pouvoir et vouloir
faire: ex 31def
Slide 2 - Slide
le programme du jour
Nakijken so H3 leer van je fouten!
Les verbes pouvoir et vouloir (kunnen en willen)
Slide 3 - Slide
klassikaal
wat is het verschil tussen een onregelmatig werkwoord en een regelmatig werkwoord?
Slide 4 - Slide
onregelmatige werkwoorden die je al geleerd hebt
Slide 5 - Mind map
vouloir = willen
je veux ik wil
tu veux jij wilt
il/elle/on veut hij/zij/men wil
nous voulons wij willen
vous voulez jullie willen/u wilt
ils/elles veulent zij willen
Slide 6 - Slide
pouvoir = kunnen
je peux ik kan
tu peux jij kan
il/elle/on peut hij/zij/men kan
nous pouvons wij kunnen
vous pouvez jullie kunnen / u kunt
ils/elles peuvent zij kunnen
Slide 7 - Slide
Grammaire H: let even op!
Bij de werkwoorden pouvoir & vouloir hoort meestal nog een tweede werkwoord. Dat tweede werkwoord is altijd een heel werkwoord en staat direct achter het eerste.
Voorbeelden: Je veux acheter un cadeau. (Ik wil een cadeau kopen) Je peux essayer ce jean? (Mag ik deze spijkerbroek passen)
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
à toi!
faire: exercices 31c (klassikaal luisteren)
exercices 31d,e,f
Eerder klaar? Ga naar verbuga. eu en oefen met pouvoir en vouloir