Woensdag 2 juni

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Woensdag 2 juni 2021

09.00 - 09.15 uur Inloop	13.00 - 14.00 uur Rekenen
09.15 - 10.15 uur Sport	14.00 - 14.30 uur Luisteren
10.15 - 10.30 uur Pauze	14.30 - 15.00 uur Woordenschat Woorden thema 18 Toekomst
10.30 - 11.30 uur Burgerschap 'Moderne kunst'
11.30 - 12.30 uur Werken aan je spreekbeurt
12.30 - 13.00 uur Pauze

Burgerschap

We maken een grafiek over onze schermtijd.

We leren over moderne kunst.

De vorige keer...

...over de geschiedenis van het internet.

...schermtijd van jonge mensen.

Wat is 'De Sterrennacht' voor kunstwerk?

In welke stad werkt Lee Kang-bin?

In welk land ligt Seoul?

In welk land ligt de stad Harbin?

Noem minstens drie dingen die je 's winters kunt doen in Harbin.

Wat gebeurt er met het ijspark als de temperatuur stijgt?

Spreekbeurt

Je werkt verder aan je spreekbeurt.

Je mag ook bij mevrouw Femke gaan zitten.

Pauze

    Pauze 

Rekenen

Je werkt in je werkboek.

In het werkboek staat soms een opdracht of een uitlegfilm die je moet maken/bekijken op je laptop.

Je mag ook bij mevrouw Femke gaan zitten.

Jeugdjournaal

We kijken het Jeugdjournaal. Luister naar meneer Joost voor de uitleg.

Jeugdjournaal

Woordenschat

Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema: toekomst

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

de eigenschap

(zelfstandig naamwoord)

• een kenmerk dat bij iemand hoort; hoe iemand zich gedraagt of denkt.
• synoniem: op eigen manier iets doen
• mensen en dieren hebben eigenschappen
• zin: Om kledingontwerper te zijn heb je bepaalde eigenschappen nodig.
• zin: Hij wacht rustig in de rij, want hij is heel geduldig. Dat is een prettige eigenschap! 

geschikt

(bijvoeglijk naamwoord)

• iets wat goed of juist is
• synoniem: gepast
• werkwoord: schikken: het schikt mij, het schikt jou,
• zin: Zij heeft de juiste eigenschappen voor de baan, zij is er echt geschikt voor.
• zin: Deze tijd is voor mij niet geschikt, kan ik een andere afspraak maken?                Deze tijd schikt mij niet.....................................

combineren

(werkwoord)

• losse dingen bij elkaar brengen tot iets nieuws
  
•  synoniem: samenstellen/samenvoegen
• iets wat gecombineerd is de combinatie
• zin: Als je de ingrediënten combineert wordt het eten heel lekker.
• zin: De mevrouw in de kledingwinkel kan heel goed kleding combineren. 

de doelstelling

(zelfstandig naamwoord)

• Het doel dat je vooraf hebt bepaald (al hebt bedacht)  en dat je wilt bereiken. 
• synoniem: het streven, de ambitie
• Als je een doelstelling hebt heb je daarvoor een plan nodig.
• zin: Mijn doelstelling is om later advocaat te worden.
• zin: Om deze doelstelling te kunnen halen moet ik nog heel veel jaar studeren en dat is mijn plan. 

de advocaat

(znw)

• helpt mensen als die voor de rechter moeten komen.
• synoniem: de raadsman, de verdediger
• zin: Om advocaat te worden moet ik een rechtenstudie gaan doen.
• zin: De advocaat gaat naar de rechtbank om zijn cliënt bij te staan.             (te helpen)