3. van generatie op generatie

Generatie op generatie. 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Generatie op generatie. 

Slide 1 - Slide

Levensfasen
fasen in de lichamelijke en geestelijke groei en ontwikkeling van mensen noemen

Slide 2 - Slide

delen van de voortplantingsstelsels noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en
werking beschrijven:
– ligging, bouw en functie van eierstokken, eileiders, baarmoeder, schede (= vagina),
grote en kleine schaamlippen, kittelaar (= clitoris)
– ligging, bouw en functie van balzak, teelballen/zaadballen, bijballen, zaadblaasjes,
zaadleiders, prostaat, penis, zwellichamen, urinebuis, voorhuid, eikel 

Slide 3 - Slide

seksualiteit
functies van seksualiteit verwoorden en verschillen in opvattingen, normen en waarden daarover formuleren

Slide 4 - Slide

mensen
beschrijven hoe de voortplanting van mensen verloopt:
– primaire en secundaire geslachtskenmerken bij de vrouw en de man
– verloop van de menstruatiecyclus, met name:
- ontwikkeling van eicel in eierstok
- ovulatie
- opbouw baarmoederslijmvlies
- menstruatie (verval baarmoederslijmvlies)


Slide 5 - Slide

zwangerschap
– bouw en functie van een eicel en een zaadcel 
– processen tijdens de zwangerschap, met name:
- bevruchting in de eileider
- delingen in de eileider
- innesteling in baarmoederslijmvlies
- ontwikkeling embryo/foetus
– ligging en functies van vruchtvliezen, vruchtwater, navelstreng en placenta
(moederkoek) 
– het verloop van zwangerschap en geboorte met indalen, ontsluiting met weeën,
uitdrijving met persweeën en nageboorte
– eeneiige tweelingen, twee-eiige tweelingen  
– vormen en functie van prenataal onderzoek met name echoscopie, vruchtwaterpunctie
en vlokkentest 

Slide 6 - Slide

Tips
Vergeet het embryonaal onderzoek niet. Vaak komen er hier vragen over. 

Slide 7 - Slide

voorbehoedsmiddelen
 de werking van voorbehoedmiddelen beschrijven:
– condoom, spiraaltje, sterilisatie, pessarium, invloed van de "pil" als ovulatieremmer

Slide 8 - Slide

Planten
stadia in de levenscyclus van zaadplanten met geslachtelijke voortplanting noemen, inclusief aspecten van het overwinteren van een plant:
– ontkieming, groei en bloei
– bestuiving en bevruchting 
– ontwikkeling van een kiempje uit een bevruchte eicel, een zaad uit een zaadbeginsel 
en een vrucht met zaden uit een vruchtbeginsel
– aspecten van het overwinteren van een plant:
- als zaad
- alleen afsterven van de bovengrondse delen
- opslag van reservestoffen in de wortels
- met blijvende bovengrondse delen met of zonder bladeren

Slide 9 - Slide

Geslachtelijk en ongeslachtelijk
aan de hand van voorbeelden geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting bij
zaadplanten herkennen en toelichten

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

De letter P geeft het orgaan aan dat bovenop de zaadbal ligt. Dit orgaan komt samen met de zaadbal in de balzak terecht. Wat is de functie van dit orgaan P bij een geslachtsrijpe jongen.

Slide 12 - Open question

Leg uit waarom een man verminderd vruchtbaar is als de zaadcellen niet goed kunnen bewegen.

Slide 13 - Open question

In welk orgaan bevindt de rijpe eicel zich dan?
A
In de baarmoeder
B
In de vagina
C
In de eierstok
D
In de eileider.

Slide 14 - Quiz

vijf dagen zijn met een letter aangeven. Op één van deze dagen vindt kunstmatige inseminatie plaats. dit heeft een bevruchting tot gevolg. Welke letter geeft de dag van de Kunstmatige inseminatie aan?
A
q
B
r
C
s
D
t

Slide 15 - Quiz


A
Alleen een een-eiige tweeling
B
alleen een twee-eiige tweeling
C
een een-eiige of een twee-eiige tweeling.

Slide 16 - Quiz

Noteer een vrouwlijk geslachtskenmerk dat bij een AOS-baby te zien is.

Slide 17 - Open question

Is de penis een primair of een secundair geslachtskenmerk? Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Open question

één van de onderdelen die bij een erectie gevuld moet worden is aangegeven met de letter P. Hoe heet dit deel van de penis?

Slide 19 - Open question

Welke letter geeft het orgaan aan waar de eicellen rijpen?
A
p
B
q
C
r
D
s

Slide 20 - Quiz


Hoe heet nummer 2?
A
Stamper
B
Stempel
C
Stijl
D
Vruchtbeginsel

Slide 21 - Quiz

Een stuifmeelkorrel is:
A
een mannelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een meeldraad.
B
een mannelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een stamper.
C
een vrouwelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een meeldraad.
D
een vrouwelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een stamper.

Slide 22 - Quiz


Hoe heet nummer 5?
A
Stamper
B
Stempel
C
Baarmoeder
D
Vruchtbeginsel

Slide 23 - Quiz

Hoe heet deel 2?
A
stempel
B
stijl
C
vruchtbeginsel
D
stamper

Slide 24 - Quiz

Waaruit bestaat de stamper?
A
vruchtbeginsel, helmknop en stijl
B
stijl, vruchtbeginsel en stuifmeel
C
stijl, vruchtbeginsel en kroonbladeren
D
vruchtbeginsel, stijl en stempel

Slide 25 - Quiz

Windbloemen maken veel stuifmeel dat erg licht is.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Wat krijgt dit
insect
op zijn lijf?
A
nectar
B
de stamper
C
meeldraden
D
stuifmeel

Slide 27 - Quiz

Bij planten komt zowel geslachtelijke als ongeslachtelijke voortplanting voor.


Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een plant uit tot een nieuwe plant.


Bij ongeslachtelijke voortplanting zijn er géén twee ouderplanten nodig.


Ongeslachtelijke voortplanting kan op verschillende manieren plaatsvinden.

Bij planten komt zowel geslachtelijke als ongeslachtelijke voortplanting voor.


Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een plant uit tot een nieuwe plant.


Bij ongeslachtelijke voortplanting zijn er géén twee ouderplanten nodig.


Ongeslachtelijke voortplanting kan op verschillende manieren plaatsvinden.

Deling
Stekken
Knollen
Bollen
Uitlopers en wortelstokken

Slide 28 - Slide