Beginnende geletterdheid

Waar denk je aan bij boekoriëntatie?
1 / 26
next
Slide 1: Open question
NederlandsHBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Waar denk je aan bij boekoriëntatie?

Slide 1 - Open question

Welke activiteiten bevorderen het verhaalbegrip bij kleuters?

Slide 2 - Open question

Het spel tik tik tik, wie ben ik?
's-a-n-u'
hoort bij
A
fonologische bewustzijn
B
fonemisch bewustzijn

Slide 3 - Quiz

l-a-k --> lak
Welk fonemisch principe wordt toegepast?


A
temporeel ordenen
B
auditieve synthese
C
auditieve synthese, temporeel ordenen
D
temporeel ordenen, auditieve synthese

Slide 4 - Quiz

Wat is multisensorieel leren?
A
Alle zintuigen worden ingeschakeld
B
Verschillende werkvormen worden ingeschakeld
C
Het visuele, motorische en auditieve kanaal wordt ingeschakeld

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Welke tussendoel past bij de vorige dia
A
boekoriëntatie
B
verhaalbegrip
C
functies van geschreven taal
D
taalbewustzijn

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Welk tussendoel past bij de vorige dia?
A
boekoriëntatie
B
verhaalbegrip
C
taalbewustzijn
D
functies van geschreven taal

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Aan welk tussendoel werkt de leerkracht op de vorige dia?
A
boekoriëntatie
B
verhaalbegrip
C
relatie tussen gesproken en geschreven taal
D
functies van geschreven taal

Slide 11 - Quiz

Ik ben al groot.
maar mama is groter.
Dit is een boot
en dat is boter.
In deze strofe van het gedicht gaat het om:
A
beginrijm
B
eindrijm
C
beginrijm en eindrijm

Slide 12 - Quiz

Beginrijm en eindrijm vallen respectievelijk onder
A
fonologische en fonemisch bewustzijn
B
fonemisch bewustzijn en fonologisch bewustzijn
C
fonemisch bewustzijn
D
fonologisch bewustzijn

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

De activiteit bij de vorige dia hoort bij het tussendoel
A
boekoriëntatie
B
verhaalbegrip
C
functies van geschreven taal
D
relatie tussen gesproken en geschreven taal

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Bij welke fase van de schrijfontwikkeling hoort de afbeelding van de vorige dia?
A
tekenen
B
krabbelen
C
ketens letterachtige vormen of letters
D
gebruik van 1 of enkele letters letters voor een woord

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Bij welke fase van de schrijfontwikkeling hoort de afbeelding van de vorige dia?
A
tekenen
B
krabbelen
C
ketens letterachtige vormen of letters
D
gebruik van 1 of enkele letters letters voor een woord

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Bij welke fase van de schrijfontwikkeling hoort de afbeelding van de vorige dia?
A
tekenen
B
krabbelen
C
ketens letterachtige vormen of letters
D
gebruik van 1 of enkele letters letters voor een woord

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Bij welke fase van de schrijfontwikkeling hoort de afbeelding van de vorige dia?
A
tekenen
B
krabbelen
C
ketens letterachtige vormen of letters
D
gebruik van 1 of enkele letters letters voor een woord

Slide 23 - Quiz

Vandaag schijnt de zon. Wij fietsen naar school.
Gaat het om fonologisch of fonemisch bewustzijn?
A
fonologisch bewustzijn
B
fonemisch bewustzijn

Slide 24 - Quiz

fie-tsen
Gaat het om fonologisch of fonemisch bewustzijn?
A
fonologisch bewustzijn
B
fonemisch bewustzijn

Slide 25 - Quiz

f
gaat het om fonologisch bewustzijn of fonemisch bewustzijn?
A
fonologisch bewustzijn
B
fonemisch bewustzijn

Slide 26 - Quiz