What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling H2 Spelling in het woordenboek
Grammatica
woordsoorten H 1
Chakari
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
20 slides
, with
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammatica
woordsoorten H 1
Chakari
Slide 1 - Slide
wat gaan we deze les doen?
nakijken hw opdracht 8 de helft
opdracht 9 en 10
Grammatica woordsoorten
Slide 2 - Slide
woordsoorten
lw, zn, bn, vz,ww
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Lidwoorden
De
het
een
Slide 5 - Slide
zelfstandig naamwoorden
personen
dieren
dingen
landen
namen
Slide 6 - Slide
1. Kim zit op school in Eindhoven
2. Tim en Tom hebben de luistertoets goed geoefend.
3. In de dierenwinkel zat een lief klein konijntje.
4. Wat ga jij doen als kerstitet met je klas?
5.Mijn nieuwe fiets zet ik altijd in het fietsenhok.
6. De jongen kreeg een chocoladereep van de docent.
Slide 7 - Slide
1Kim school Eindhoven
2Tim Tom luistoets
3dierenwinkel konijntje.
4kerstactiviteit klas.
5fiets fietsenhok.
6jongen chocoladereep docent.
Slide 8 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
1.Geeft een eigenschap of kenmerk van een zelfstandig naamwoord aan.
DUS extra informatie over het zn
2. Staat meestal voor het zn.
Slide 9 - Slide
1. Dian schreef een keurig mail.
2. De leuke klas had een vraag over een van de lastige zinnen.
3. De onduidelijke zin zorgde voor veel verwarring.
4. Het oude huis staat op een hoge berg.
5. De lieve jongen gaat naar zijn mooie, leuke huis.
6. De gekke docent Nederlands is de weg kwijt.
Slide 10 - Slide
antwoorden
1. keurige
2. leuke lastige
3. onduidelijke
4. oude hoge
5. lieve mooie, leuke
6. gekke Nederlands.
Slide 11 - Slide
werkwoorden
Geeft een handeling aan.
Doe- woorden (zelfstandig ww)
belangrijkste ww in de zin.
Slide 12 - Slide
1.Heb jij dat nog gedaan?
2. Waar kan ik plakband vinden?
3.Welk boek wilde jij kopen?
4. Heb jij de koekjes verstopt?
Slide 13 - Slide
antwoorden
1.Heb gedaan
2kan vinden
3wilde kopen
4Heb verstopt
Slide 14 - Slide
VOORZETSELS
staat meestal voor een zn
(de kast/het feest)
voor, achter, naast , in , op, uit, boven,onder, om, tegen,
met, via, behalve, zonder, na etc.
Slide 15 - Slide
voorzetsels
waar/ wanneer
zij staat voor het huis.
Hij is in het huis.
Hij blijft hier tot zaterdag.
Ik ben hier sinds vorige week.
Slide 16 - Slide
1. verlangen jullie ook zo naar het weekend.
2.Die man kijkt je tijdens het praten nooit aan.
3. Waarom kanp jij dat klusje in het weekend niet op?
4. De bakker op de hoek verkoopt broodjes met beleg.
Slide 17 - Slide
antwoorden
1. naar
2. tijdens
3.in
4. op met
Slide 18 - Slide
Aanwijzende voornaamwoorden
deze, dit, die,dat zulk(e), zo'n, dergelijke
Slide 19 - Slide
Voorbeelden
Slide 20 - Slide
More lessons like this
3tl hfd 3 Grammatica woordsoorten ZELFST(4)
February 2023
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Woordsoorten Periode 2 KBL klas 1
February 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
2th Grammatica woordsoorten - extra oefenen
April 2021
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Woordsoorten extra 1
September 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Oefen zelfstandig de Woordsoorten 2.7/4.7/5.7
March 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Woordsoorten 2.7/4.7/5.7
March 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Introductieles Nederlands
February 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Woordsoorten
October 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3