H4 Conflicten par 9 Internationale conflicten over water - les 1

H4 Conflicten
Paragraaf 9
Internationale conflicten over water
1 / 12
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H4 Conflicten
Paragraaf 9
Internationale conflicten over water

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt een stroomgebied beschrijven en herkennen op een kaart
2. Je kunt uitleggen waarom de verdeling van stroomgebieden voor conflicten zorgen.
3. Je kent het verschil tussen oeverstaten,benedenstroomse en bovenstroomse gebieden benoemen.

Slide 2 - Slide

Soedan, Ethiopië en Egypte
Stroomgebied
Renaissancedam

Slide 3 - Slide

Rivieren
Echter kan dit ook voor politieke conflicten zorgen...
Bovenstrooms dammen bouwen + veel water gebruiken, beïnvloedt de hoeveelheid water benedenstrooms.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Stroomgebied=
Het gebied dat afwatert op een bepaalde rivier 
Stroomgebied de Po (Italië)

Slide 6 - Slide

Bovenstroom / benedenstrooms

Een land bovenstrooms heeft meer macht dan een land benedenstroom, omdat zij bijv. een stuwdam kunnen plaatsen -> landen benedenstrooms minder water.

Slide 7 - Slide

Waarom is het het hele jaar door het debiet bij Basel lager dan bij Lobith? Beantwoord met een oorzaak-gevolg relatie. Gebruik de kaart.
Basel
Lobith
oorzaak: Lobith ligt benedenstrooms,
gevolg: dus zijn er al meer zijrivieren die water toevoegen aan de rivier
(en dus stroomt er het hele jaar meer water door de rivier).

Slide 8 - Slide

Benedenstroomse problemen

Slide 9 - Slide

Opdracht
Onderzoek (met behulp van internet) van één van deze rivieren....

1. Welke oeverstaten hierbij horen
2. De omvang van het stroomgebied
3. Welke problemen er zijn rondom dit stroomgebied (denk aan stuwdammen).
-Eufraat
-Tigris
-Jordaan

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt een stroomgebioed beschrijven en herkennen op kaarten.
2. Je kunt uitleggen waarom de verdeling van stroomgebieden voor conflicten zorgen.
3. Je kent het verschil tussen oeverstaten,benedenstroomse en bovenstroomse gebieden

Slide 11 - Slide

Huiswerk
Opdrachten 1, 3, 4 van H4.9

Slide 12 - Slide