Oefenvragen periode 3

Oefenvragen periode 3
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefenvragen periode 3

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide


Slide 3 - Open question


Slide 4 - Open question


Slide 5 - Open question

Wat is evolutie?
A
het veranderen van gedaante bij een organisme
B
ontwikkeling die een organisme tijdens zijn leven doormaakt
C
het veranderen van allelfrequenties binnen een populatie
D
het groter worden van een populatie

Slide 6 - Quiz

Waar staat 'fitness' voor bij evolutie?
A
hoe goed je kan overleven
B
hoe fit je bent
C
hoeveel nakomelingen je maakt
D
hoe sterk je bent

Slide 7 - Quiz

Wat is de goede volgorde van processen voor evolutie?
A
Survival of the fittest, natuurlijke selectie, genetische variatie, overerving goede eigenschappen
B
Genetische variatie, natuurlijke selectie, survival of the fittest, overerving goede eigenschappen
C
Natuurlijke selectie, genetische variatie, survival of the fittest, overerving goede eigenschappen
D
Genetische variatie, survival of the fittest, natuurlijke selectie, overerving goede eigenschappen

Slide 8 - Quiz

Wanneer heb je meer kans op evolutie?
A
Bij een grote genetische variatie in een ecosysteem
B
Bij een grote genetische variatie in een populatie
C
Bij een kleine genetische variatie in een ecosysteem
D
Bij een kleine genetische variatie in een populatie

Slide 9 - Quiz

Volgens de evolutie ontstaan er in de loop van de tijd verschillen tussen organismen. Bij het ontstaan van grote verschillen worden ze ingedeeld in aparte groepen. In de stamboom van informatie 1 geven de cijfers 1, 2 en 3 het ontstaan van zulke aparte groepen aan.
In welke volgorde in de tijd zijn deze splitsingen in aparte groepen ontstaan volgens de gegevens in de stamboom? 
1 - 2 - 3 
3 - 2 - 1
3 - 1 - 2 
2 - 1 - 3 
2 - 3 - 1 
1 - 3 - 2 

Slide 10 - Drag question

Evolutie treedt volgens Darwin
op doordat ….
A
.. in een populatie individuen zich voortdurend aanpassen aan veranderende milieuomstandigheden en vooral nieuwe kenmerken doorgeven aan hun nakomelingen.
B
.. verandering in het milieu de individuen in een populatie aanzet tot mutaties om te overleven; die mutaties worden dan doorgegeven aan hun nakomelingen.
C
.. in een populatie alléén sterke individuen overleven en deze dus ook gemiddeld sterke individuen zullen voortbrengen.
D
.. in een populatie vooral de aan het milieu aangepaste individuen zich zullen voortplanten.

Slide 11 - Quiz

Evolutie is niets anders dan een opeenstapeling van toevallige mutaties in het DNA die voordelig zijn voor de fitness van een individu
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

                                                                                                  De evolutie theorie in het kort: (kies 7 van de 10 opties)

Nieuwe genotypen ontstaat bij ................................   voortplanting.
Daardoor is het genotype van individuen van dezelfde soort 
......................................... precies hetzelfde.
De eigenschappen van individuen van één soort zijn daardoor net iets verschillend.


Eigenschappen waardoor een individu een grotere overlevingskans heeft, 
worden ...................................... doorgegeven aan nakomelingen. 


Wanneer populaties van één soort worden gescheiden spreken we
van ........................................ . Ze passen zich eventueel aan en veranderen, uiteindelijk
kunnen ze niet meer met elkaar voortplanten.


Dit gaat over uitgangspunt: 
Dit gaat over uitgangspunt: 
Dit gaat over uitgangspunt: 
geslachtelijke
celdeling
altijd
nooit
minder vaak
vaker
isolatie
natuurlijke selectie
variatie in genotype
ontstaan van nieuwe soorten

Slide 13 - Drag question

Examenopgave

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide


Slide 17 - Open question

informatie voor de volgende vraag
In hun natuurlijke leefomgeving in Peru eten driekleurige gifkikkers
geleedpotige dieren zoals mieren, termieten, kevers en mijten. De huid
van de driekleurige gifkikker bevat epibatidine, een gifstof die dodelijk is
voor bijna alle predatoren. Epibatidine wordt geproduceerd door giftige
planten. Driekleurige gifkikkers verkrijgen epibatidine via prooien die van
deze giftige planten eten.
Vraag op volgende slide beantwoorden:
Beschrijf hoe door evolutionaire processen de giftigheid van de
driekleurige gifkikker is ontstaan.

Slide 18 - Slide

2p Beschrijf hoe door evolutionaire processen de giftigheid van de
driekleurige gifkikker is ontstaan.

Slide 19 - Open question

Goed bezig!
Werk aan de winkel of toch stiekem al heel goed op weg?

Slide 20 - Slide