1VWO_Chapitre 1

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Cours 1

Chapitre 1

Programme

• Introduction: vacances en France
• Ecouter en ligne
  

Buts: Ik kan instructies in het Frans begrijpen. Ik kan een gesprekje op vakantie in Frankrijk begrijpen. Ik weet hoe ik makkelijk woordjes kan leren.

Ben jij wel eens in Frankrijk op vakantie geweest? Zo ja, waar?

Regarder 1a

Waarom is Frankrijk het ideale vakantieland?

A: écouter

Je kunt een gesprek tussen twee jongeren op vakantie begrijpen.

Magister > Leermiddelen > Grandes Lignes

A: écouter

Exercices 4 t/m 8

Begrijp je de opdracht niet? Kijk dan op p. 6 voor de uitleg van de instructies.

Fini? Klaar? --> Apprends vocabulaire A p. 52

Cours 2

Chapitre 1

Programme

Actualité: Tour de France

Vocabulaire

Lire

Buts: je kunt een tekst over vakantie begrijpen. Je kent woorden die te maken hebben met familie en vakantie.

Tour de France

https://create.kahoot.it/share/de-grote-tour-de-france-quiz-2020/11345733-5b69-4f4c-aad4-7ce1cdcd4a39

Vocabulaire Leenwoorden

Wist je dat van alle leenwoorden die wij in het Nederlands gebruiken ruim 40% uit het Frans komt

Au travail

Fais: exercice 9 + 10 + 11 + 12

Apprends: Vocabulaire A + B

Cours 3

Chapitre 1

Programme

Vocabulaire

Corriger les devoirs

Phrases-clés et parler

Buts: Je kunt Franse instructies begrijpen. Je kunt een tekst over vakantie begrijpen. Je kent woorden die met vakantie en familie te maken hebben. Je kunt iemand begroeten en jezelf voorstellen.

P. 16+17

Vocabulaire

Prends ton cahier et traduis:

1.     Hij is Frans.
2.     Ik spreek Nederlands.
3.     het zwembad.
4.     de ouders
5.     de kleine broer
   
6.     tot ziens
   

1. Il est français.
2. Je parle hollandais.
3. la piscine
4. les parents
5. le petit frère
   
6. au revoir
   

Lire: les parcs d'attractions (p. 26)

10a.

1. A

2. B

10b.

1. Raphaël

2. Raphaël, Lilou, Tom

3. Raphaël, Tom

4. Tom

5. Lilou

6. Raphaël, To

Tip:

Je hoeft niet alle woorden te kennen om de vragen te kunnen beantwoorden.

Sommige woorden lijken op woorden uit andere talen. Probeer verbindingen te leggen.

Exercice 11 - G1a

Exercice 11 - G1b

Phrases-clés et parler

exercice 13a

Ben je thuis? Je vindt de luisterfragmenten in het digitale lesmateriaal (bereikbaar via Magister > Leermiddelen)

Au travail!

Fais: exercice 13 + 14 (p. 30-31)

Travaille avec ton voisin

Parle français

Apprends: Phrases-clés C (p. 54)

+ Voca B (p. 52)

Buts: Je kunt Franse instructies begrijpen. Je kunt een tekst over vakantie begrijpen. Je kent woorden die met vakantie en familie te maken hebben. Je kunt iemand begroeten en jezelf voorstellen.

Quiz - Quizlet Live

https://quizlet.com/_8q7r52?x=1qqt&i=e2tgb

Cours 4

Chapitre 1

Programme

Grammaire et écrire

Buts: je kunt jezelf voorstellen. Je kunt de juiste lidwoorden gebruiken. Je kunt een beeldwoordenboek maken.

Grammaire: lidwoorden

le garçon

la fille

les parents

Voorkennis activeren

Wat zijn lidwoorden in het Nederlands?

Ken je lidwoorden in het Frans?

Valt je iets op?

Wanneer zou je welk lidwoord gebruiken?

Grammaire: lidwoorden

un frère

une soeur

Mannelijk of vrouwelijk?

1. Logisch nadenken

broer = mannelijk = le frère

2. Lidwoorden leren in de woordenlijst

le camping / la piscine / la plage / le problème

3. Opzoeken

woordenlijst achterin, (digitaal) woordenboek

Dus nooit gokken of op gevoel!!

Grammaire: lidwoorden

	mannelijk	vrouwelijk	klinker, stomme h	meervoud
de, het	le	la	l'	les
een	un	une		des

Au travail!

Fais: exercice 16 + 17 + 18 + 19

(17c niet)

Vind je het lastig? Bekijk dan deze video!

Choisis la bonne réponse

Parle avec ton voisin

Lis la grammaire

Mets au pluriel

Lis la phrase et réponds

Remplace

Traduis

Décris

Utilise

Julie est dans ... hôtel.

1. le
2. la
3. l'
4. les

... frère de Lisa est petit.

1. le
2. la
3. l'
4. les

J'ai ... petite soeur

1. un
2. une

Vul het juiste lidwoord in:
J'aime ... français!
Ik hou van het vak Frans :-)

1. Wat heb je deze les geleerd?
2. Heb je nog vragen?

Cours 5

Chapitre 1

Programme

Corriger les devoirs: Grammaire

La chanson: top 5 des tubes de l'été

Les vacances en France

Buts: Ik kan de Franse lidwoorden toepassen. ik ken een aantal activiteiten die je kunt doen op vakantie in Frankrijk en kan hier een korte presentatie over houden. Ik ken een aantal Franse zomerhits.

Les vacances en France

p. 36

Travail avec ton voison.

Maak een presentatie van 1 minuut in het Nederlands over aan attractie in Frankrijk en overtuig de klas waarom dit het leukste uitje is.