56: bekijk de plaatjes en de woorden + tijd. Gebruik de present simple om zinnen te maken. (bv, 1. de trein vertrekt om 12:45u)
58a: maak met de woord chunks volledige zinnen waarbij je de juiste future tense gebruikt (be going to of will)
59: Bekijk het rooster. Schrijf zinnen waarbij je vertelt wat Caspar allemaal gaat doen (be going to) deze week (vb, op dinsdag gaat Caspar oefenen met de band)
54b: bekijk de plaatjes. Trek strepen om een zin te maken die het plaatje beschrijft.
54c: gebruik 'to be going to' om zinnen te maken op blz 44
55: Lees de grammar tip! Onderstreep shall of will
56a: wat voor soort future tense is het? Zet strepen. Gebruik je aantekeningen.
56b: gebruik de juiste toekomstige tijd. Pas het werkwoord aan wanneer nodig. Uitleggen hoeft niet.