2.4,2.5, 2.6

INLOGGEN OP LESSONUP
1. Rondje: vragen over omtrek, oppervlakte, inhoud?
2. Instructie: plattegrond, schaal, routes
 2.4, 2.5 en 2.6
3. Aan de slag met opdrachten










1 / 32
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

INLOGGEN OP LESSONUP
1. Rondje: vragen over omtrek, oppervlakte, inhoud?
2. Instructie: plattegrond, schaal, routes
 2.4, 2.5 en 2.6
3. Aan de slag met opdrachten










Slide 1 - Slide

Wat zien we op deze kaart?

Hoe ver is het lopen vanaf 3 naar fun shop?

wat is er bij nummer 30?

waarom weten we dat niet? wat hebben we nodig? wat ontbreekt?
Plattegronden
Een plattegrond is een soort bovenaanzicht. Er worden plattegronden gemaakt van steden, woningen, pretparken, enzovoort. Plattegronden zijn meestal op schaal getekend. Je kunt op plattegronden afstanden en afmetingen aflezen of berekenen. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Soorten plattegronden:

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Plattegrond

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Plattegronden
Bij plattegronden wordt ook vaker gebruik gemaakt van coördinaten. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Zie je hier een plattegrond?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de omtrek van deze plattegrond?
(Tip: teken de plattegrond op een blaadje uit)
A
140
B
150
C
160
D
170

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat kun je met een plattegrond?
A
Verdwalen
B
Inkleuren
C
Een straat of gebouw opzoeken in een stad
D
Kijken of de stad leuk is

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Een plattegrond is een
A
bovenaanzicht
B
zijaanzicht
C
vooraanzicht
D
onderaanzicht

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een plattegrond?
A
een kaart met tekens erop.
B
een bovenaanzicht van een ruimte of een plaats.
C
een foto van een gebouw of een straat.
D
een vlakke vloer

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Belangrijke begrippen
- Plattegrond: bovenaanzicht op  schaal
- Kompasroos
- Vakken
- Coördinaten
- Legenda


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Plattegronden lezen
Op een plattegrond staat vaak een kompasroos.

Daarnaast zijn plattegronden verdeeld in vakken of coördinaten.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vakken en coördinaten
Vakken en coördinaten worden gebruikt om een plaats nauwkeuriger aan te geven.
Vb: Vak A1, A2, A3, B1, B2, B3, C1, C2, C3.


In welk vak ligt Den Helder?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Kaarten lezen
Om afbeeldingen en kleuren op kaarten te kunnen lezen, worden er legenda's gebruikt. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Schaal en schaallijn
Waarom worden er op plattegronden gebruik gemaakt van schaal en schaallijnen?

Wat betekent schaal 1 : 50 ?

Waar moet je op letten wanneer je rekent met schaal?


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Schaallijn

Bij het rekenen met schaal moet je altijd met dezelfde eenheden rekenen.

1 : 100 betekent: 
1 cm op de tekening is 100 cm in werkelijkheid MAAR OOK
 1 mm is 100 mm in werkelijkheid

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

10.2 Schaal en schaallijn
.
Dit kaartje is getekend op schaal 1 : 12 000. 
De afstand tussen A en B op het kaartje is 6 cm.
Wat is de afstand tussen A en B in werkelijkheid? Hoe reken je?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hoe heet dat
zwart/witte ding?
A
een lijn
B
een schaal
C
een lineaal
D
een schaallijn

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welke schaal hoort er bij deze schaallijn?
De schaallijn staat in cm.
A
1:200
B
1:1200
C
1:20000
D
200:1200

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

De schaallijn is 2 cm lang.
Op welke schaal is de
kaart getekend?
A
1 : 75
B
1 : 150
C
1 : 750 000
D
1 : 1 500 000

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Afsluitende opdrachten

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

De schaallijn is op de
kaart 2 cm. Op welke
schaal is de kaart
getekend?
A
1 : 150
B
1 : 15000000
C
1 : 300
D
1 : 30000000

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Piet kijkt in de richting van het treinstation.
In welke windrichting kijkt Piet?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Sven volgt de routebeschrijving vanaf de bushalte.

1. Vertrek in zuidoostelijke richting.
2. Neem de eerste straat rechts.
3. Neem de tweede straat links.
4. Ga aan het einde van de weg rechtsaf.

In welke straat is Sven nu?
A
In de Zomerstraat
B
In de Oktoberstraat
C
In de Novemberstraat
D
In de Herfststraat

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Sam fietst 100 km, hij heeft 3/5 deel van de route al afgelegd. Hoeveel kilometer moet Sam nog?
A
20
B
60
C
40
D
80

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions


Judith rijdt de kortste route van punt A naar punt D. Hoe rijdt zij?
A
via punt B en punt C
B
via punt H
C
via punt H en punt C
D
via punt I en H

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Je ziet hier een plattegrond. Een bed is twee meter lang. Hoe lang is het aanrecht?
A
Ook twee meter
B
Drie meter
C
Minder dan twee meter
D
Anderhalve meter

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Schaal: 1 cm = 300 m.
In het echt 900 meter. Hoeveel cm op schaal? ...cm

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

MAKEN (HUISWERK)

Zorg dat je een liniaal hebt!!
2,4:      1, 3, 4, 5, 6
2,5:     1, 2, 4, 6, 7
2,6:     1, 2, 3, 4, 5, 6, 7

Slide 32 - Slide

This item has no instructions