Plattegronden, routes en schaal en schaallijn N3-4

                Plattegronden
                Routes
                Schaal en schaallijn
1 / 37
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

                Plattegronden
                Routes
                Schaal en schaallijn

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen plattegrond en schaal 
Leerdoelen:
  • je leert/herhaalt plattegronden lezen
  • je kan een routebeschrijving maken
  • je weet wat een kompasroos/windroos is 
  • je weet wat een schaalstok/schaallijn is
  • je kan rekenen met schaal en een schaallijn op een kaart


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke begrippen
- Plattegrond: bovenaanzicht op  schaal
- Kompasroos/ windroos
- Vakken
- Coördinaten
- Legenda
- Schaal
- Schaalstok / schaallijn


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Plattegronden en kaartlezen
Op een plattegrond of kaart staan symbolen die informatie bevatten.
In een legenda staat de betekenis van symbolen, kleuren en tekens.


De kaart geeft informatie over het aantal dagen dat er sneeuw werd waargenomen.

In het noordoosten werd de meeste dagen sneeuw waargenomen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Plattegronden lezen
Op een plattegrond staat vaak een kompasroos/ windroos.

Daarnaast zijn plattegronden soms verdeeld in vakken of coördinaten.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vakken en coördinaten
Vakken en coördinaten worden gebruikt om een plaats nauwkeuriger aan te geven.
Vb: Vak A1, A2, A3, B1, B2, B3, C1, C2, C3.


In welk vak ligt Den Helder?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kaarten lezen
Om afbeeldingen en kleuren op kaarten te kunnen lezen, wordt een legenda gebruikt. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Schaalstok /schaallijn
Waarom worden er op plattegronden gebruik gemaakt van schaal en schaalstok/schaallijn?

Wat betekent schaal 1 : 50 ?

Waar moet je op letten wanneer je rekent met schaal?


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Routebeschrijving

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Route - richtingen
In een routebeschrijving wordt beschreven hoe je op een bepaalde plaats kunt komen. Dat doe je bijvoorbeeld met de richtingen linksaf, rechtsaf en rechtdoor. 
Bijvoorbeeld:
Ga rechtdoor en neem de 1e straat rechts en daarna neem je de 2e links.

Hoe zou je de route beschrijven om van metrostation Melanchtonlaan naar het HMC te komen?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Route - windrichtingen
Ook de windrichtingen worden vaak gebruikt. Er worden soms windrichtingen gebruikt in een routebeschrijving. Je kunt de windrichtingen aflezen op een windroos. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hoe heet de windrichting tussen Noord en Oost?
A
Oostnoord
B
Noordoost
C
Noordelijk Oost
D
Oostelijk Noord

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

S
Siem komt uit op de 
Dojonweg
 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Schaal
Met een schaal kun je bepalen hoe groot een afstand of lengte in werkelijkheid is.

Een schaal wordt altijd weergegeven in een verhouding. bijv. 1 : 200.000

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Schaal en rekenen

Bij het rekenen met schaal moet je altijd met dezelfde eenheden rekenen.

1 : 100 betekent: 
1 cm op de tekening is 100 cm in werkelijkheid
1 mm op de tekening is 100 mm in werkelijkheid
1 dm op de tekening is 100 dm in werkelijkheid

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Schaal:
Kaarten en plattegronden zijn op schaal gemaakt. De schaal is de verhouding tussen de afmeting op de kaart en de werkelijke afmeting.
De schaal van een kaart wordt soms aangegeven met een schaalstok. Aan de schaalstok zie je hoe groot een afstand op de kaart in werkelijkheid is.

Schaal:

De schaal van een kaart wordt soms aangegeven met een schaalstok. Aan de schaalstok zie je hoe groot een afstand op de kaart in werkelijkheid is.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

10.2 Schaal en schaallijn
.
Dit kaartje is getekend met een schaallijn. 
Hoe bereken je de afstand?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Waar kom je een schaal tegen?

.....................

.....................

.....................

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Schaal tafeltje
T(ekening)
cm
1
4
W(erkelijheid)
cm
12

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 500
dit betekent dat 1 cm op de kaart =
A
500 km
B
500 m
C
500 cm
D
500 mm

Slide 28 - Quiz

50.000 : 100.000 = 0,5
schaal: 1:250
2 cm op de kaart
is hoeveel m in het echt?
A
5000 m
B
500 m
C
50 m
D
5 m

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel centimeter meet je op papier als de afstand in werkelijkheid 4 meter is. De schaal is 1:40
A
1 cm
B
4 cm
C
10 cm
D
40 cm

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Waar sta je op dit moment met het rekenen met plattegronden, routes en en schaal?
A
B
C

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet dat
zwart/witte ding?
A
een lijn
B
een schaal
C
een lineaal
D
een schaallijn

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Welke schaal hoort er bij deze schaalstok?
Elk vakje van de schaalstok is 1 cm breed.
A
1:200
B
1:1200
C
1:20000
D
200:1200

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

De schaallijn is 2 cm lang.
Op welke schaal is de
kaart getekend?
A
1 : 75
B
1 : 150
C
1 : 750 000
D
1 : 1 500 000

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Afsluitende opdrachten

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

De schaalstok op de
kaart is 2 cm. Op welke
schaal is de kaart
getekend?
A
1 : 150
B
1 : 15000000
C
1 : 300
D
1 : 30000000

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Welke schaal hoort bij deze schaallijn?
De hele schaalstok is 5 cm.

A
1 : 1000
B
1 : 10.000
C
1 : 100.000
D
1 : 1.000.000

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions