Elektrische grootheden

1 / 35
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Elektrische symbolen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De spanning
Noteer het symbool van de spanning
A
U
B
I
C
R
D
P

Slide 8 - Quiz

Spanning is een grootheid.
Wat is de eenheid voor spanning?
A
U
B
I
C
Ampere
D
Volt

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Open stroomkring
Gesloten stroomkring

Slide 12 - Drag question

In deze stroomkringen is de richting van de stroom aangegeven met pijlen. Alleen één ervan is goed. Sleep de krul naar de goede stroomkring en de kruisjes naar de foute stroomkringen. 
10

Slide 13 - Drag question

De stroomsterkte
Noteer het symbool van de stroomsterkte
A
U
B
I
C
R
D
P

Slide 14 - Quiz

De stroomsterkte
Noteer de eenheid van de stroomsterkte
A
Volt
B
Ampère
C
Ohm
D
Watt

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

De stroomsterkte
Noteer het symbool van de weerstand
A
U
B
I
C
R
D
P

Slide 24 - Quiz

Wat is de eenheid van de weerstand?
A
Volt
B
Ohm
C
Ampère
D
Watt

Slide 25 - Quiz

Weet je het nog?

Slide 26 - Slide

grootheid

symbool
eenheid
symbool
spanning
R
Ampère
weerstand
Ω
stroomsterkte
I
U
V
ohm
volt
A

Slide 27 - Drag question

Wet van Ohm

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Wet van Ohm

Slide 30 - Slide

Wat is de Wet van Ohm?
A
U = I : R
B
R = U x I
C
U = I x R
D
R = I : U

Slide 31 - Quiz

Oefening 1
Als er op een luidspreker een spanning van 5V staat en er gaat een stroom van 0,7 A doorheen. Wat is dan de weerstand van die luidspreker?

Slide 32 - Slide

Oefening 2

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide