Les 47.1 - weerstand

§3.2 Geleidbaarheid en weerstand
Lesplanning:
  1. Uitleg weerstand
  2. §3.2 opgave 17, 18, 22 en 24
  3. Uitleg practicum
  4. Practicum weerstand van een lampje
  5. Uitleg grafieken tekenen
  6. Afronden practicum
1 / 30
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

§3.2 Geleidbaarheid en weerstand
Lesplanning:
  1. Uitleg weerstand
  2. §3.2 opgave 17, 18, 22 en 24
  3. Uitleg practicum
  4. Practicum weerstand van een lampje
  5. Uitleg grafieken tekenen
  6. Afronden practicum

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

§3.2 Geleidbaarheid en weerstand
Aan het einde van deze paragraaf kan je ...
  • aangeven wat weerstand is en welke invloed die heeft op de stroomsterkte;
  • uitleggen waarom elektriciteitskabels zo dik zijn;
  • rekenen met de wet van Ohm;
  • kan je de weerstand vanuit een I,U-diagram berekenen;
  • kan je correct een volt- en ampèremeter aansluiten.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Het symbool U wordt gebruikt voor...
A
spanning
B
stroomsterkte
C
ampère
D
volt

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

De eenheid van spanning is ...
A
spanning
B
stroomsterkte
C
ampère (A)
D
volt (V)

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Het symbool I wordt gebruikt voor...
A
spanning
B
stroomsterkte
C
ampère
D
volt

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

De eenheid van stroomsterkte is ...
A
spanning
B
stroomsterkte
C
ampère (A)
D
volt (V)

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Geleidbaarheid (G) in 
Siemens (S)
Geleiders en isolatoren
Metalen zijn goede geleiders. Maar ook water en koolstof zijn goed geleiders. Ze hebben een hoge geleidbaarheid.

Hout, plastic, glas zijn isolatoren, ze hebben een hoge weerstand.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Weerstand (R) in Ohm (Ω)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Geleidbaarheid (G) in Siemens (S)
Geeft aan hoe goed een voorwerp elektrische stroom geleid. 

Weerstand (R) in Ohm (Ω)
Geeft aan hoe slecht een voorwerp elektrische stroom geleid.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hoe kleiner de weerstand,
A
hoe groter de stroomsterkte.
B
hoe kleiner de spanning.
C
hoe kleiner de stroomsterkte.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wet van Ohm
R=IU

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Geleidbaarheid en weerstand
Formules:

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldopgave 1

Een luidspreker is aangesloten op 230 V. Er loopt een stroom van 8,2 A door de luidspreker.
  1. Bereken de geleidbaarheid van de luidspreker.
  2. Bereken de weerstand van de luidspreker. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldopgave 2

Een mobiele telefoon heeft ene geleidbaarheid van 0,2 S. De spanning die je adapter levert is
12,0 V. Bereken de stroomsterkte die door de mobiele telefoon loopt tijdens het opladen. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Een luidspreker is aangesloten op 230 V. Er loopt een stroom van 8,2 A door de luidspreker. Bereken de weerstand van de luidspreker.
A
28 Ohm
B
1886 Ohm
C
65 Ohm
D
8,2 Ohm

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Een mobiele telefoon heeft ene geleidbaarheid van 0,2 S. De spanning die je adapter levert is 12,0 V. Bereken de stroomsterkte die door de mobiele telefoon loopt tijdens het opladen.
A
60 A
B
2,4 A
C
0,0167 A
D
1,0 A

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag
Maken en nakijken
§3.2 opgave 17, 18, *22 en 24
timer
8:00
* spanning stopcontact = 230V

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Practica
Lever je steeds aan het einde van de les in.
Vormen samen een cijfer dat één keer meetelt.

Slide 19 - Slide

woensdag
De meters aansluiten

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Practicum
weerstand van een lampje
Sla vraag 1 van de verwerking over. Deze maak je pas na de uitleg over grafieken tekenen.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Proefje
  1. Bouw de opstelling, de spanningsbron staat uit.


     

     
  2. Laat je opstelling controleren. 
  3. Stel de spanning met behulp van de voltmeter in op 6,0 V.
  4. Meet de stroomsterkte door het lampje, noteer deze in je schrift. 
Doel:
Meet de stroomsterkte door het lampje bij een spanning van 6,0 V. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

De stroomsterkte door het lampje is ...

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Grafieken tekenen
  • grootheden en eenheden op de assen
  • meetpunten
  • trendlijn 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions


Grafieken 
tekenen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions


Teken de grafieken
       U op de x-as 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Afronden
Practicum
weerstand van een lampje.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Leg uit hoe het komt dat een lampje gaat branden wanneer je het aansluit op een spanningsbron.

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions