Sprachbasar: Krank in Köln
1 / 22
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
timer
2:00
Beim Arzt
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Slide
der Arm
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
das Knie
die Hand
die Finger
der Rücken
der Fuß
der Hals
das Bein
die Zehen
der Kopf
Slide 5 - Drag question
Sleep het woord in de juiste groep
Körperteile
Krankheit
Genesung
die Apotheke
der Bauch
der Muskelkater
das Medikament
der Heuschnupfen
das Krankenhaus
die Erkältung
die Halsschmerzen
der Rücken
das Bein
die Nase
die Grippe
der Arm
Gute Besserung!
zum Arzt gehen
Slide 6 - Drag question
die Erkältung
das Ohr
das Fieber
der Rücken
der Mund
die Kopfschmerzen
de verkoudheid
het oor
de koorts
de rug
de mond
de hoofdpijn
Slide 7 - Drag question
wehtun
die Halsschmerzen
die Apotheke
die Medikamente
Gute Besserung!
pijn doen
de keelpijn
de apotheek
de medicijnen
Beterschap!
Slide 8 - Drag question
Was für einen Beruf hat dieser Mann?
A
Zahnarzt
B
Hausarzt
C
Chirurg
D
Elektriker
Slide 9 - Quiz
Was habe ich?
A
Kopfschmerzen
B
Zahnschmerzen
C
Bauchschmerzen
D
Rückenschmerzen
Slide 10 - Quiz
Was bedeutet
Gute Besserung
Gute Besserung
A
Goeden dag
B
Beterschap
C
Ik kan het beter
D
Ben je goed bezig?
Slide 11 - Quiz
Meine Hand (doet pijn).
A
schmerzt
B
tut weh
C
tut sehr
D
tut aua
Slide 12 - Quiz
Ich habe Kopfschmerzen. Ich brauche ....
A
Schmerzmittel
B
Medikamente
C
Rezept
D
Pflaster
Slide 13 - Quiz
Ich habe eine Wunde. Ich brauche ein (pleister).
A
Schmerzmittel
B
Medikamente
C
Rezept
D
Pflaster
Slide 14 - Quiz
Ich muss in die Apotheke. Der Arzt hat mir ein ...... gegeben.
A
Schmerzmittel
B
Medikamente
C
Rezept
D
Pflaster
Slide 15 - Quiz
De arts vraagt: Wie geht es dir?
Hoe reageer je als het slecht gaat?
Hoe reageer je als het slecht gaat?
Slide 16 - Open question
De arts vraagt: Was fehlt dir?
Hoe reageer je dat je misselijk bent?
Hoe reageer je dat je misselijk bent?
Slide 17 - Open question
De arts vraagt: Hast du Schmerzen?
Hoe reageer je dat je hoofdpijn hebt?
Hoe reageer je dat je hoofdpijn hebt?
Slide 18 - Open question
De arts zegt: Du hast eine Erkältung.
Hoe reageer je als je vraagt of je medicijnen nodig hebt?
Hoe reageer je als je vraagt of je medicijnen nodig hebt?
Slide 19 - Open question
De arts zegt: Gute Besserung.
Hoe reageer je hierop?
Hoe reageer je hierop?
Slide 20 - Open question
Hoe neem je afscheid van de arts?
Slide 21 - Open question
Ik kan bij de dokter aangeven wat er aan de hand is.
Tekst
😒🙁😐🙂😃
