De naamvallen: herhaling

Herhaling naamvallen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Herhaling naamvallen

Slide 1 - Slide

De nominatief is de naamval van
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
naamwoordelijk deel
D
meewerkend voorwerp

Slide 2 - Quiz

De ablatief is de naamval van
A
meewerkend voorwerp
B
handelend voorwerp
C
bijvoeglijke bepaling
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 3 - Quiz

De genitief is de naamval van
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
bijvoeglijke bepaling
D
meewerkend voorwerp

Slide 4 - Quiz

De accusatief is de naamval van
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
bijvoeglijke bepaling
D
meewerkend voorwerp

Slide 5 - Quiz

De datief is de naamval van
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
bijwoordelijke bepaling van voor-of nadeel
D
meewerkend voorwerp

Slide 6 - Quiz

Hoe vertaal je
ducis
A
van de leider
B
met de leider
C
aan de leider
D
voor de leider

Slide 7 - Quiz

Hoe vertaal je
donis
A
van het geschenk
B
met/door het geschenk
C
van de geschenken
D
met/door de geschenken

Slide 8 - Quiz

Met welk woord vertaal je een genitief meestal?

Slide 9 - Open question

Welke naamval kan
rosae niet zijn?
A
genitief
B
datief
C
nominatief
D
accusatief

Slide 10 - Quiz

Welke functie heeft de accusatief als er een vz. bij staat?

Slide 11 - Open question

Welke naamval is
avi
A
genitief
B
datief
C
ablatief
D
accusatief

Slide 12 - Quiz

Welke naamval is
forte?
A
genitief
B
datief
C
ablatief
D
accusatief

Slide 13 - Quiz

De datief enkelvoud van avus is...
A
avi
B
avis
C
avo
D
avos

Slide 14 - Quiz

De datief meervoud van rosa is
A
rosae
B
rosas
C
rosis
D
rosarum

Slide 15 - Quiz

de genitief meervoud van donum is
A
donorum
B
donis
C
dona
D
donum

Slide 16 - Quiz

Wat hoort niet in het rijtje thuis?
A
filia
B
via
C
aqua
D
templa

Slide 17 - Quiz

Wat hoort niet in het rijtje thuis?
A
dolum
B
gladium
C
deum
D
donum

Slide 18 - Quiz

Wat betekent:
Non scholae sed vitae discimus.
(schola, ae: school / discere: leren)

Slide 19 - Open question