BLOK 3 FICTIE

blok 3   Fictie
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

blok 3   Fictie

Slide 1 - Slide

blok 3 Fictie "Lekker lezen"
Doel van dit blok:

Je kunt  verschillende verhaalsoorten benoemen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide



Slide 4 - Slide

samen lezen

We lezen samen het verhaal blz. 108-112


Tijdens het lezen bespreken we de blauwgedrukte woorden.

Slide 5 - Slide

zelfstandig werken

Maak opdracht 1 (blz. 112-113)

Schrijf je antwoord in een antwoordzin  en werk nauwkeurig.

Slide 6 - Slide

Wie is de belangrijkste persoon in dit verhaal?

Slide 7 - Open question

Waarom is Dirk de belangrijkste persoon?

Slide 8 - Open question

Het verhaal speelt zich af in het verleden. Door welke dingen weet je dat?

Slide 9 - Open question

4A. Hoe is de man die overleden is om het leven gekomen?

Slide 10 - Open question

4B. Waarom is hij zo gestorven? Hoe weet je dat

Slide 11 - Open question

5. Waarom ontbreken de handen van de overledene?

Slide 12 - Open question

6. a. Wat wil de hoofdpersoon in dit verhaal bewijzen?

Slide 13 - Open question

6. b. Hoe loopt het af met de hoofdpersoon

Slide 14 - Open question

7. welke beroemde kunstenaar is aanwezig? Waarom?

Slide 15 - Open question

Zeg met andere woorden : "Hij drukte zich tegen de wand en liet de stroom voorbijgaan "

Slide 16 - Open question

zeg met andere woorden: "Zijn voeten roffelden op de houten treden"

Slide 17 - Open question

nakijken huiswerk opd 1 

Slide 18 - Slide

verhaalsoorten
Van welk soort verhalen je houdt, heeft te maken met je smaak. Je smaak is persoonlijk, die hoort bij jou.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

zelfstandig werken

We lezen samen het gedicht op blz. 116.


Maak nu opdracht 5. (blz. 117)

Geef je antwoord in een antwoordzin. Werk nauwkeurig.



Slide 21 - Slide

Huiswerkopdracht

Maak opdr. 7 (blz. 117)

- Je kunt de songtekst overschrijven in je schrift, je mag hem ook printen en inplakken.

- Maak met kleuren duidelijk welke rijmwoorden bij elkaar horen.

- Geef je mening, gebruik daarvoor een beoordelingswoord.

- Leg uit waarom je dit beoordelingswoord gekozen hebt.

Slide 22 - Slide

Van welke verhaalsoort houd je het meeste?
Zoek een voorbeeld van een boek dat daarbij past.
Stuur de foto van dat boek in.

Slide 23 - Open question