H6.3 Procenten en aantallen

    Welkom
๐Ÿ’ผ Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
๐Ÿ“– Leg bladzijde 216 (H6.3) voor je open.
๐Ÿ”ฒ Leg je ipad vast op zijn kop op tafel.

DEZE LES:
ยง6.3 Procenten en aantallen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

    Welkom
๐Ÿ’ผ Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
๐Ÿ“– Leg bladzijde 216 (H6.3) voor je open.
๐Ÿ”ฒ Leg je ipad vast op zijn kop op tafel.

DEZE LES:
ยง6.3 Procenten en aantallen

Slide 1 - Slide

oefenen 
uitleg 
  lesprogramma
nakijken 
H6.2 opd.11, 12, 13, 14 en 15, 16, 17
Wat zijn procenten
We maken samen vraag 23 & 26
aan de slag 
Zelfstandig, daarna zachtjes fluisterend.
huiswerk
voorkennis 
Werken met de tussenstap 1
Maak ยง6.3 af.

Slide 2 - Slide

        Nakijken
Kijk H6.2 opd 11, 12, 13 & 14
  Zie je bij het nakijken niet goed wat je fout deed, stel vragen.



 

Slide 3 - Slide

        Nakijken
Kijk H6.2 opd 15, 16 & 17
  Zie je bij het nakijken niet goed wat je fout deed, stel vragen.



 

Slide 4 - Slide

Wat leer je in deze paragraaf?

Aan het eind van deze kun je uitleggen dat procent een deel van 100 is.


Ik begrijp de zin:  Delen door de linker, vermenigvuldigen met de rechter

Aan het eind van deze les kan je de gegevens uit een verhaaltje omzetten naar een tabel.
        leerdoelen

Slide 5 - Slide

        Voorkennis
Procenten, wat zijn dat?

Procent betekent per 100


Wanneer we met procenten werken hebben we het dus over hoeveel van de 100.

Procenten werken we uit in een verhoudingstabel
 
โ€‹100โ€‹โ€‹...โ€‹โ€‹

Slide 6 - Slide

Breuken en percentages omrekenen
30% = 
โ€‹100โ€‹โ€‹30โ€‹โ€‹=โ€‹10โ€‹โ€‹3โ€‹โ€‹

Slide 7 - Slide

10% is welk deel?
A
โ€‹100โ€‹โ€‹10โ€‹โ€‹
B
โ€‹10โ€‹โ€‹1โ€‹โ€‹
C
โ€‹10โ€‹โ€‹10โ€‹โ€‹
D
โ€‹10โ€‹โ€‹100โ€‹โ€‹

Slide 8 - Quiz

Welk percentage hoort er bij
โ€‹100โ€‹โ€‹35โ€‹โ€‹
A
0,35%
B
35%
C
3,5%
D
350%

Slide 9 - Quiz

Stapgrootte
.



Uitleg 
Gegevens in een tabel zetten
Lees de eerste/tweede zin van het verhaaltje.
Onderstreep de getallen met eenheden erbij.
Zet de gegevens in een tabel.
Zoek het andere getal in de tekst, zet deze op de goede plek in de tabel.
Zet de 1 in je tabel als tussenstap en
Delen door de linker, vermenigvuldigen met de rechter
Je hebt de opdracht opgelost.
1.
2.
3.
4.

Slide 10 - Slide

Stapgrootte
.



blz. 217 opd. 23
Samen oefenen 

Slide 11 - Slide

Stapgrootte
.



Lees de eerste/tweede zin van het verhaaltje.
Onderstreep de getallen met eenheden erbij.
Zet de gegevens in een tabel.
Zoek het andere getal in de tekst, zet deze op de goede plek in de tabel.
Zet de 1 in je tabel als tussenstap en
Delen door de linker, vermenigvuldigen met de rechter
Je hebt de opdracht opgelost.
1.
2.
3.
4.
blz. 218 opd. 26
Samen oefenen 

Slide 12 - Slide

Zelfstandig 
aan de slag 
Neem blz. 217 voor je.
Maak: opd. 22, 23, 24, 25 en 26
Klaar? Probeer o26 maar eens.
Zelfstandig aan de slag

Kijk nog eens naar je aantekeningen als je een vraag hebt.

timer
5:00

Slide 13 - Slide

Huiswerk 
Werk fluisterend binnen je tafelrij

Kijk goed naar de hoek, en hou je aantekening er bij.
Huiswerk:

Maak opd. 22 t/m 26 (blz. 217/218)
Klaar? Maak opd. 026

Slide 14 - Slide