What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 15
Heute:
-Woordenlijst
-Grammatica
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Heute:
-Woordenlijst
-Grammatica
Slide 1 - Slide
De lijst
Slide 2 - Open question
Die Ruhe
Slide 3 - Open question
beginnen
Slide 4 - Open question
wertvoll
Slide 5 - Open question
de tijd
Slide 6 - Open question
streit haben
Slide 7 - Open question
de mobiele telefoon
Slide 8 - Open question
Die Abwechslung
Slide 9 - Open question
verwachten
Slide 10 - Open question
het advies
Slide 11 - Open question
Tekst
Modale werkwoorden
Slide 12 - Mind map
Vervoeg de modale werkwoorden.
(mögen) Er ........... seine Lehrerin nicht.
Slide 13 - Open question
Vervoeg de modale werkwoorden:
(können) Ich ............... gut kochen
Slide 14 - Open question
Vervoeg de modale werkwoorden.
(können) Ihr ........... heute nicht ins Kino gehen.
Slide 15 - Open question
Vervoeg de modale werkwoorden.
(dürfen) Ihr ........... heute nicht ins Kino gehen.
Slide 16 - Open question
Welke uitgangen krijgen de modale werkwoorden bij ich en er/sie/es?
A
-
B
e
C
t
D
en
Slide 17 - Quiz
modale werkwoorden
Hunde _____ mit in diesen Park.
A
darf
B
darfst
C
dürfen
D
dürft
Slide 18 - Quiz
modale werkwoorden
Hunde _____ mit in diesen Park.
A
darf
B
darfst
C
dürfen
D
dürft
Slide 19 - Quiz
modale werkwoorden
In Restaurants _____ er auch mit Kreditkarte zahlen.
A
kann
B
kannst
C
können
D
könnt
Slide 20 - Quiz
modale werkwoorden
Sander ...... (können) dir helfen.
A
kann
B
könnt
C
können
D
kannst
Slide 21 - Quiz
Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord.
(lusten) ..... du Spinat?
A
mögst
B
möge
C
magst
D
mage
Slide 22 - Quiz
Wat is de ik-vorm van het modale werkwoord können?
A
kann
B
kannt
C
könn
D
könnt
Slide 23 - Quiz
modale werkwoorden
Ihr ...... (können) es nicht sehen
A
kann
B
kannst
C
können
D
könnt
Slide 24 - Quiz
Modale werkwoorden
Ich ..... (dürfen) es euch nicht sagen
A
dürfen
B
darf
C
dürft
D
dürf
Slide 25 - Quiz
Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord.
(kunnen) Ich ....... meine Zähne putzen.
A
muss
B
müss
C
musse
D
müsse
Slide 26 - Quiz
Wat betekent het modale werkwoord: dürfen?
A
moeten
B
durven
C
mogen ( aardig vinden)
D
mogen ( toestemming hebben)
Slide 27 - Quiz
Aufgabe 14 t/m 16
Seite 64,65
Fertig? WL lernen
Slide 28 - Slide
More lessons like this
Modale werkwoorden
March 2023
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Modale werkwoorden
March 2024
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Modale werkwoorden tegenwoordige tijd
February 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Modale werkwoorden tegenwoordige tijd
15 days ago
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Modale werkwoorden tegenwoordige tijd
12 days ago
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Modale werkwoorden tegenwoordige tijd
15 days ago
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Modale werkwoorden tegenwoordige tijd
13 days ago
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Modale werkwoorden
February 2023
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2