Hoofdstuk 5 vmbo-gt 2

1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is marketing?
A
Alles wat een bedrijf doet om haar product te verkopen
B
Alles wat producenten te koop aanbieden
C
Het geld dat de winkelier meer vraagt bij de verkoop
D
Alles wat mensen willen kopen

Slide 3 - Quiz

De Jumbo is een voorbeeld van een aanbieder op de concrete markt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Jij en ik zijn consumenten en wij zorgen voor een vraag naar goederen als wij naar de Jumbo gaan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

De Intersport koopt een trainingspak in voor 30 euro. Dit trainingspak wordt verkocht voor 78,50 euro.
Hoeveel euro bedraagt de brutowinstopslag?
A
108,50 euro
B
30 euro
C
48,50 euro
D
78,50 euro

Slide 9 - Quiz

De Intersport koopt een trainingspak in voor 30 euro.
Dit trainingspak wordt verkocht voor 78,50 euro.
De brutowinst is 48,50 euro

Bereken hoeveel procent de brutowinstopslag is in percentage van de inkoopprijs

A
61,86%
B
161,67%
C
261,67%
D
61,78%

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Als ik een bioscoopkaartje koop voor 8,50 euro aan de kassa, dan betaal ik de verkoopprijs
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

IJssalon Intermezzo koopt voor 8,45 euro alle ingrediënten in die nodig zijn om één bak aardbeienijs te maken. Om uiteindelijk ook een bak aardbeienijs te krijgen, betaalt Intermezzo nog 17,63 euro aan kosten. Ook willen ze 8,53 euro winst per bak aardbeienijs.
Bereken de verkoopprijs van één bak aardbeienijs
A
34,61 euro
B
26,08 euro
C
17,55 euro
D
26,16 euro

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide


Omzet
Afzet
=
Verkoopprijs
X

Slide 17 - Drag question

De Mediamarkt heeft 9.532 euro aan televisies omgezet. Eén televisie kost 595,75 euro.
Bereken de afzet
A
13 televisies
B
16 televisies
C
22 televisies
D
25 televisies

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

De consumentenprijs is de prijs die ik in de winkel moet betalen als ik bijvoorbeeld een televisie koop
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

De prijs voor een televisie in de winkel is 595,75 euro. Het btw-percentage is 21%
Hoeveel euro is de verkoopprijs?
A
720,86
B
492,36
C
702,86
D
462,36

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Omzet is 7.856 euro
Inkoopwaarde is 4.385 euro
Bedrijfskosten zijn 683 euro
Hoeveel euro is de brutowinst?
A
3.471 euro
B
2.788 euro
C
7.173 euro
D
3.702 euro

Slide 27 - Quiz

Omzet is 7.856 euro
Inkoopwaarde is 4.385 euro
Bedrijfskosten zijn 683 euro
Hoeveel euro is de nettowinst?
A
2.788 euro
B
7.173 euro
C
3.702 euro
D
3.471 euro

Slide 28 - Quiz