Medicatie enteraal en parenteraal

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Medicatie

Enteraal, parenteraal en topicaal

Lesdoelen

Aan het einde van de les weet je verschillende toedieningsvormen van medicatie

Aan het einde van de les heb je geoefend met medicatie via de luchtwegen, via het oog, oor en neus

Verschillende toedieningswijzen

Enteraal:

Oraal

Rectaal

Parenteraal

intracutaan (in de huid);

subcutaan (onder de huid);

intramusculair (in de spier);

intraveneus (in de bloedcirculatie);

via het ruggenmerg;

sublinguaal (onder de tong);

transcutaan (op de huid, bijvoorbeeld zalven, crèmes en gels).

Topicaal

Op de huid

Via de luchtwegen

Orale medicatie

Tabletten: samengeperst poeder en hulpstoffen

Bruistabletten: In water oplossen

Dragees: tabletten met suikerlaagje

Capsules: hoesje van 2 delen met poeder of korrels

Drankjes

Hier zie je een vorm van orale medicatie. Wat is belangrijk om
te onthouden?

1. Je mag deze oplossen
2. Je mag ze niet malen
3. Ze smaken heel erg zoet
4. Ze kunnen door een sonde

Rectale medicatie

Zetpil

Microlax  

Klysma

Op welke zijde kun je je zorgvrager het beste leggen als je een zetpil of klysma inbrengt?

1. Links
2. Rechts

Sublinguale medicatie

Transcutane medicatie

Medicatie via de huid

Als je medicatie via de huid geeft, moet je altijd handschoenen aan doen

1. Waar
2. Niet waar

Via de luchtwegen

Dosisaerosol

Poederinhalator

Vernevelaar

Medicatie via het oog

Medicatie via de neus

Medicatie via de oren

Vaginale medicatie

Ovules (vaginale zetpillen)

 zalven

crèmes

gels

geïmpregneerde tampons.

Huiswerk volgende week

Boek; verpleegtechnische handelingen -> 
Hoofdstuk 4;  Het toedienen van medicijnen ->
Subcutaan en intramusculair (lezen!) ->

Bekijk protocol en filmpjes subcutaan en intramusculair injecteren!

Denk ook aan medisch rekenen!

Oefenen!

Medicatie via de luchtwegen -> Zoek uitleg filmpjes op en oefen

Medicatie via het oog

Medicatie via het oor

Medicatie via de neus