Medicatie enteraal en parenteraal

Medicatie
Vaste medicatie
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Medicatie
Vaste medicatie

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je verschillende toedieningsvormen van medicatie
Aan het einde van de les heb je geoefend met medicatie via de luchtwegen, via het oog, oor en neus

Slide 2 - Slide

Vandaag
Vaste medicatie
Rekentoets

Slide 3 - Slide

Goed voorbereid?

Slide 4 - Slide

Welke toedieningswijzen ken je?

Slide 5 - Mind map

Wat betekent enteraal?

Slide 6 - Mind map

Verschillende toedieningswijzen
Parenteraal
Enteraal
Via de luchtwegen
Via de slijmvliezen




Slide 7 - Slide

Wat zijn vormen van enterale toediening?

A
Oraal
B
Intramusculair
C
Transdermaal
D
Rectaal

Slide 8 - Quiz

Enteraal
Oraal
rectaal

Slide 9 - Slide

Noem 2 voorbeelden van orale medicatie

Slide 10 - Mind map

Orale medicatie
Tabletten: samengeperst poeder en hulpstoffen
Bruistabletten: In water oplossen
Dragees: tabletten met suikerlaagje
Capsules: hoesje van 2 delen met poeder of korrels
Drankjes



Slide 11 - Slide

Rectale medicatie
Zetpil
Microlax  
Klysma

Slide 12 - Slide

Op welke zijde kun je je zorgvrager het beste leggen als je een zetpil of klysma inbrengt?
A
Links
B
Rechts

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Link

Noem minimaal 2 voorbeelden van parenterale toediening

Slide 15 - Mind map

Parenteraal
intracutaan (in de huid);
subcutaan (onder de huid);
intramusculair (in de spier);
intraveneus (in de bloedcirculatie);
via het ruggenmerg;
sublinguaal (onder de tong);
transcutaan/ topicaal  (op de huid, bijvoorbeeld zalven, crèmes en gels).
Via de slijmvliezen

Slide 16 - Slide

Waarom kies je voor parenterale toediening?

Slide 17 - Mind map

Waarom parenteraal
het maag-darmstelsel van de zorgvrager werkt niet goed (bijvoorbeeld bij misselijkheid, braken of hevige diarree);

 

het medicijn wordt in het maag-darmstelsel afgebroken (bijvoorbeeld insuline);

het medicijn moet snel in de bloedbaan komen en wordt (vrijwel) rechtstreeks in de bloedbaan gebracht.

Slide 18 - Slide

Topicaal
Om een topisch (plaatselijk; lokaal) effect te bereiken, breng je medicijnen direct aan op de huid (cutis) of de slijmvliezen.

 Dit noem je een topicale toediening. 

Alle lichaamsholten zijn bedekt met slijmvlies, bijvoorbeeld de luchtwegen, neus, oren en vagina.

Slide 19 - Slide

Noem minimaal 2 voorbeelden van toediening via de slijmvliezen

Slide 20 - Mind map

Via de slijmvliezen
Sublinguaal
Via het oog
Via de neus
Via de vagina

Slide 21 - Slide

Medicatie via het oog

Slide 22 - Slide

Via de luchtwegen

Dosis aerosol
Poederinhalator
Vernevelaar

Slide 23 - Slide

Medicatie via de oren

Slide 24 - Slide

Opdracht:
Medicatie via de luchtwegen -> Zoek uitleg filmpjes op en oefen
Medicatie via het oog
Medicatie via het oor
Medicatie via de neus

Slide 25 - Slide