Thema 5 blok 4: Shoppen

Blok 4: shoppen!
Les 1
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Mens en maatschappijMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Blok 4: shoppen!
Les 1

Slide 1 - Slide

Planning
Herhaling Blok 1 t/m 3
Uitleg blok 3
Zelfstandig werken
Afsluiten

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Weidewinkels
Bedrijven die veel ruimte nodig hebben gaan naar de rand van de stad.
Grond is veel goedkoper dan in de binnenstad en er is veel parkeerruimte.
Ligt bij grote wegen.

Slide 5 - Slide

Winkelstraten
Winkelstraten gaan steeds meer op elkaar lijken.
Grote winkelketens nemen kleine winkels over, want die kunnen producten goedkoper maken.
Schaalvergroting heeft voordelen.
Bedrijven die in meerdere landen zitten noem je Multinationals.

Slide 6 - Slide

Productiefactoren
  • Natuur: Grondstoffen en energie. Zo zuinig mogelijk om kosten te besparen. Denk aan verduurzamen en recyclen.
  • Kapitaal: Machines en gebouwen die nodig zijn om diensten en producten te maken. Specialisatie houdt de kosten laag. Dan heb je minder machines nodig die je vaker gebruikt.

Slide 7 - Slide

Productiefactoren
  • Arbeid: Werk dat mensen doen. Om kosten te besparen, veel mechanisatie. Ook wordt werk verplaatst naar lagelonenlanden. Hierdoor vindt er mondialisering plaats door het transport van producten.
  • Ondernemerschap: Iemand die begint met een bedrijf. Kan zowel succesvol als een mislukking worden.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Bedrijf van de Primark in Bangladesh. Wat is volgens jullie de grens van besparen op productiefactoren?

Slide 10 - Slide

Zelfstandig werken
Maken opdracht 1 t/m 9
Kennen en kunnen samenvatten
Begrippen leren
Opdrachten nakijken en aftekenen.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Blok 4: shoppen!
Les 2

Slide 13 - Slide

Planning
Herhaling
Uitleg blok 3
Zelfstandig werken
Afsluiten

Slide 14 - Slide

Wat zijn de gevolgen van schaalvergroting?
A
Kleine winkels gaan samenwerken.
B
Grote winkelketens openen steeds meer winkels.
C
Er komt steeds meer winkelpersoneel.
D
Er komen minder verschillende soorten winkels.

Slide 15 - Quiz

Geef een voorbeeld van een multinational.

Slide 16 - Open question

Stelling 1: Een autodealer is gevestigd aan de rand van een stad.
Stelling 2: De grondprijs in de stad is duurder dan buiten de stad.
A
Stelling 1 en 2 zijn waar.
B
Stelling 1 en 2 zijn niet waar.
C
Stelling 1 is waar. Stelling 2 is niet waar.
D
Stelling 1 is niet waar. Stelling 2 is waar.

Slide 17 - Quiz

Welke productiefactor is door robots vervangen?
A
Natuur
B
Kapitaal
C
Arbeid
D
Ondernemerschap

Slide 18 - Quiz

Stelling 1: Specialisatie binnen een bedrijf leidt tot goedkopere producten.
Stelling 2: Specialisatie is een manier om kosten te besparen op kapitaal.
A
Stelling 1 en 2 zijn waar.
B
Stelling 1 en 2 zijn niet waar.
C
Stelling 1 is waar. Stelling 2 is niet waar.
D
Stelling 1 is niet waar. Stelling 2 is waar.

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

Online shoppen
Voordelen: Vanuit je huis winkelen, niet hoeven reizen, gratis bezorging, niet eindeloos zoeken naar de goede spullen in een winkel.

Nadeel: Transport, slecht voor het milieu & echte winkels gaan failliet

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Distributiecentra
  • Plekken waar webwinkels hun pakketten verzamelen, inpakken en versturen.
  • Steeds meer distributiecentra door toename online shoppen.
  • Track and Trace: Grote druk op de postbedrijven

Slide 23 - Slide

Funshopping: recreatief shoppen. Mensen willen vermaakt en verrast worden tijdens het winkelen

Slide 24 - Slide

Voorbeelden van funshoppen
  • Pop up stores
  • Speciaalzaken (De pindakaaswinkel)
  • Foodhallen
  • Winkels waar je gestyled wordt
  • Winkels met een tentoonstellingsruimte

Manieren op klanten te lokken en te vermaken

Slide 25 - Slide

Zelfstandig werken
Maken opdracht 10 t/m 17
Kennen en kunnen samenvatten
Begrippen leren
Opdrachten nakijken en aftekenen.

Slide 26 - Slide

Blok 4: shoppen!
Les 3

Slide 27 - Slide

Planning
Uitleg blok 3
Wat moet je leren voor de toets?
Zelfstandig werken 
Voorbereiden op de toets
Afsluiten

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Het landelijk gebied verandert.
Nevenactiviteiten van de boer.
De 4 redenen waardoor het platteland verandert:
1: boerderijen krijgen een andere functie.
2: Afspraak in Europa; er moet meer natuur komen.
3: Door klimaatverandering meer ruimte nodig voor het water.
4: Ruimte nodig voor duurzame energie.

Slide 30 - Slide

Wat moet je leren voor de toets?
Blok 1 t/m 4
Begrippen leren
Kennen en kunnen leren

Slide 31 - Slide

Zelfstandig werken
Maken opdracht 18 t/m 20
Kennen en kunnen samenvatten
Begrippen leren
Opdrachten nakijken en aftekenen.
Eindsprint maken

Slide 32 - Slide