This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
Slide 1 - Slide
1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands, laat het nog even dicht.
Slide 2 - Slide
2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat.
Slide 3 - Slide
Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie.
Ryan, Dennis, Ihabe.
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Amber, Zouhir, Ties, Noah, Jermaine, Shaqell, Anouk, Jara, Shurvin, Bas
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
n.v.t.
Slide 4 - Slide
3. Lesdoel
Aan het eind van deze les;
- weet je dat in een zin soms twee werkwoorden staan.
- kun je de persoonsvorm in een zin vinden.
- kun je het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden.
Slide 5 - Slide
Verdiept arrangement:
Les 5.4:
blz. 190 t/m 191
opdr. 7 t/m 8
Slide 6 - Slide
Mini-check
3 goed = zelfstandig aan de slag.
0-2 goed = instructie volgen.
Slide 7 - Slide
Wat is het WWG in de volgende zin? Onze kat had een muis gevangen
Slide 8 - Open question
Wat is de PV in de volgende zin? Het concert kreeg een prima bespreking.
Slide 9 - Open question
Wat is het WWG in de volgende zin? Juf Eva doet een dansje in haar klaslokaal.
Slide 10 - Open question
uitslag mini-check
3 goed = zelfstandig aan de slag.
0-2 goed = instructie volgen.
Slide 11 - Slide
4. Instructie:
Een zin is een verzameling woorden. De werkwoorden in de zin vertellen wat er gebeurt of wat iemand doet.
We noemen alle werkwoorden samen
het werkwoordelijk gezegde (wwg).
Het werkwoordelijk gezegdebestaat uit één of meer werkwoorden; PV + alle andere werkwoorden.
Slide 12 - Slide
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 5.4, opdr. 2 + 8 op blz. 190 t/m 191
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Kom aan de instructietafel zitten.
Dan gaan we samen aan de slag.
Slide 13 - Slide
6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
les 5.4, opdr. 7 + 8 op blz. 190 t/m 191
Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.
2. Huiswerk ander vak afmaken.
3. Leren toets/lezen/tekenen/Smartgame.
timer
30:00
Slide 14 - Slide
7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee!
Slide 15 - Slide
Noteer de PV + het WWG uit deze zin: Ik zal voor jou een toetje maken.
Slide 16 - Open question
Noteer de PV + het WWG uit deze zin: Wil jij je broertje straks van school halen?
Slide 17 - Open question
Noteer de PV + het WWG uit deze zin: Waarom was dit artikel na twee dagen al uitverkocht.