-Voor een zelfstandig naamwoord (zn) kun je altijd een lidwoord zetten.
-Van een zelfstandig naamwoord kun je vaak een verkleinwoord maken:
moedertje, margrietje
-Een zelfstandig naamwoord kun je vaak in het meervoud zetten:
moeders, margrieten, medicijnen
-Ook namen behoren tot zelfstandige naamwoorden:
- Marieke, Amsterdam, Madurodam