Lees onderstaande tekst.
Een aantal aanzienlijke mannen zat te drinken in de herberg. En toen de wijn hen begon te verwarmen, begonnen ze over allerlei onderwerpen te praten. En hun gesprek kwam op het leven na de dood. Toen zei een van hen: 'Die priesters houden ons flink voor de gek als ze zeggen dat onze ziel de vernietiging van het lichaam zal overleven!' Na deze woorden barstten ze allen in lachen uit.
- Wat zegt de hoofdpersoon in dit tekstje?
- Is deze gedachte representatief voor iemand in de tweede helft van de Middeleeuwen?