3.4 Schaalniveaus

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Leerdoelen

• Je weet welke schaalniveaus je bij aardrijkskunde gebruikt.
  
  
• Je kunt van schaalniveau inzoomen en uitzoomen.
  
  
• Je kunt centrum en periferie op de vijf schaalniveaus beschrijven.

Naast geld. Wat waren nog meer kenmerken waarmee we rijkdom meten?

De periferie, semi-periferie en de centrumlanden zijn van elkaar afhankelijk. Op welke manier?

De schaalniveaus

• Om dingen te onderzoeken is het belangrijk om verschil in grootte in de gaten te houden: Schaalniveaus

1. Lokaal schaalniveau (Hoogeveen)
2. Regionaal schaalniveau (Drenthe)
3. Nationaal schaalniveau (Nederland)
4. Continentaal schaalniveau (Europa)
5. Mondiaal schaalniveau (De wereld)

Wisselen van schaalniveau

• Soms moet je voor een beter beeld een ander niveau pakken
  - Hiervoor moet je inzoomen of uitzoomen
  
  
• Lokaal kan je niet altijd alles verklaren door rijzende werkers
• Opleidingsniveau's liggen op plekken met bepaalde bedrijven
• Enz. 

Huiswerk

Paragraaf 3.4

Opdracht 1 t/m 8

Leerdoelen

• Je weet welke schaalniveaus je bij aardrijkskunde gebruikt.
  
  
• Je kunt van schaalniveau inzoomen en uitzoomen.
  
  
• Je kunt centrum en periferie op de vijf schaalniveaus beschrijven.

Je doet onderzoek naar de verschillen van inkomens tussen Noord Nederland en Zuid Nederland

1. Lokaal schaalniveau
2. Regionaal schaalniveau
3. Nationaal schaalniveau
4. Continentaal schaalniveau

Je doet onderzoek naar de opleidingsniveau's van werkenden in de Randstad

1. Lokaal schaalniveau
2. Regionaal schaalniveau
3. Nationaal schaalniveau
4. Continentaal schaalniveau

Je doet onderzoek naar het bbp per hoofd van Nederland.

1. Lokaal schaalniveau
2. Regionaal schaalniveau
3. Nationaal schaalniveau
4. Continentaal schaalniveau

Je doet onderzoek naar de gemiddelde tijd die men in Hoogeveen naar school fietst.

1. Lokaal schaalniveau
2. Regionaal schaalniveau
3. Nationaal schaalniveau
4. Continentaal schaalniveau

Je doet onderzoek naar het verschil in welvaart tussen Amerika en Europa.

1. Lokaal schaalniveau
2. Regionaal schaalniveau
3. Nationaal schaalniveau
4. Continentaal schaalniveau

Centrum-periferie (ander schaalniveau)

• Vorige paragraaf vooral gekeken
  naar mondiaal schaalniveau
  
• Ook binnen een land verschillen
  - Randstad = Centrum
  - Rest van land = (Semi)Periferie
  
• Afhankelijk van de meting krijg je
  andere kaart

Schaalniveaus beïnvloeden elkaar

• Kleine bedrijven op lokaal niveau kunnen uiteindelijk grote impact hebben op ander niveau
  
  
• Silicon Valley in Amerika: 
  - Vele techbedrijven die klein
  zijn gestart
  - Nu wereldwijde invloed

Huiswerk

Paragraaf 3.4

Opdracht 1 t/m 15