3.1 Stad en platteland - vsj

3.1 Stad en platteland
Wat is het verschil tussen de stad en het platteland?

Wat zijn de krimp- en groeigebieden van Nederland en waarom is dat zo? 
Welke gevolgen heeft de toename van het aantal huishoudens voor het woningbestand?
1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

3.1 Stad en platteland
Wat is het verschil tussen de stad en het platteland?

Wat zijn de krimp- en groeigebieden van Nederland en waarom is dat zo? 
Welke gevolgen heeft de toename van het aantal huishoudens voor het woningbestand?

Slide 1 - Slide

Deze les
Wat is het verschil tussen de stad en het platteland?

Slide 2 - Slide

Wat maakt een stad tot een stad?

Slide 3 - Mind map

Wat maakt een dorp een dorp?

Slide 4 - Mind map

Stad

- Hoge bebouwingsdichtheid (dicht op elkaar, hoogbouw)
- Hoge bevolkingsdichtheid
- Veel voorzieningen
Dorp

- Woningdichtheid is laag
(veel (of alleen maar) laagbouw)
- Beperkt aantal voorzieningen

Slide 5 - Slide

Adressendichtheid
Hoeveel adressen per km2:
<  500 dan landelijk (of niet-stedelijk). 
> 500 Stedelijk

 De vier grote steden in de Randstad hebben alle vier een adressendichtheid van zo’n vierduizend of meer per km2.


Slide 6 - Slide

Deze les
Wat zijn de krimp- en groeigebieden van Nederland en waarom is dat zo?

Vergrijzing - ontgroening - reikwijdte - draagvlak - verzorgingsgebied - demografische krimp en - groei.

Slide 7 - Slide

Waar in Nederland wonen de meeste mensen?

Slide 8 - Mind map

Bevolkingsgroei en migratie
- Natuurlijke bevolkingsgroei:
Geboortecijfer > Sterftecijfer (geboorteoverschot)
- Sociale bevolkingsgroei:
Immigratie > Emigratie (vestigingsoverschot)

In welk deel van NL neemt de bevolking het snelst toe? 


Slide 9 - Slide

Demografische krimp
- Sterke groei in de Randstad (werk en opleidingen)
- Krimp in grensregio's

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. De bevolking neemt vooral toe in stedelijke gebieden.

2. De Nederlandse bevolking als geheel krimpt.

3. In landelijk gebied dat leeg loopt vindt vergroening plaats.

4. De basisschool moet sluiten, omdat de reikwijdte te klein werd.

Onjuist
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Juist

Juist

Juist

Juist

1
2
3
4

Slide 12 - Drag question

Verzorgingsgebied
Drempelwaarde
Reikwijdte

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Aan de slag met de weektaak
- Maken online instaptoets vraag 11 t/m 20.
- Maken par 3.1: 1 t/m 7
- Leren begrippen paragraaf 3.1
- Examenopgave woningbestand en
bevolkingssamenstelling (2009)

Slide 15 - Slide