Objectief = feitelijk. Je kunt checken of het klopt. Welke beroepen?
Ik vind dat we vandaag beter niet naar buiten kunnen gaan, want het is drie graden onder nul.
Subjectief = mening, gevoel, vermoeden of waardeoordeel. Je kunt het niet checken, het kan zo zijn dat iemand een andere mening heeft dan jij.
Ik vind dat we vandaag beter niet naar buiten kunnen gaan, want het is koud.
Als je een tekst lees vraag je je steeds af: is dit objectief of subjectief?