Les 4.2 | Regionale verschillen

De 6 van deze les
4.2 | Regionale verschillen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De 6 van deze les
4.2 | Regionale verschillen

Slide 1 - Slide

De 6 van deze les
4.2 | Lesdoelen
  • Waar in Nederland groeit de bevolking het meest en wat de positieve- en negatieve gevolgen daarvan

Slide 2 - Slide


- Voorzieningen
- Groeigebieden/groeiregio's

Populaire steden

Slide 3 - Slide

- Herinrichting
- Infrastructuur
Populaire steden

Slide 4 - Slide

timer
8:00

Slide 5 - Slide

Krimpgebieden
- Bevolkingsgkrimp
Krimpgebieden of krimpregio's

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Herinrichting bij bevolkingsgroei
- Herinriching
- infrastructuur

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Welke twee soorten bevolkingsgroei zijn er?
A
Sociale bevolkingsgroei
B
Natuurlijke bevolkingsgroei
C
Asociale bevolkinsgroei
D
Economische bevolkinsgroei

Slide 10 - Quiz

Wat is geboorteoverschot?
A
Er worden meer mensen geboren als dat er doodgaan.
B
Er worden minder mensen geboren als dat er doodgaan.
C
Er vestigen zich meer mensen dan dat er vertrekken
D
Er vertrekken meer mensen dan dat er zich vestigen

Slide 11 - Quiz

gastarbeider


A
Iemand die permanent in een ander land gaat wonen om er te werken.
B
Iemand die (tijdelijk) in een andere stad gaat wonen om er te werken.
C
Iemand die (tijdelijk) in een ander land gaat wonen om er te werken.
D
Iemand die (tijdelijk) in een ander land gaat wonen.

Slide 12 - Quiz

Wat is een vestigingsoverschot?
A
Als er meer kinderen geboren worden dan sterfgevallen
B
Als er meer kinderen geboren worden dan emigreren
C
Als er meer immigranten zijn dan sterfgevallen
D
Als er meer immigranten zijn dan emigranten.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide