H5 par 4 Budgetteren +6

H5 Rondkomen
5.4: Budgetteren
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H5 Rondkomen
5.4: Budgetteren

Slide 1 - Slide

Vandaag
Huiswerk bespreken
Hoofdstuk 5 paragraaf 4+6
Vragen beantwoorden
Huiswerk

Slide 2 - Slide

Huiswerk 16-3-2022
BKT: Leren en maken Hoofdstuk 5 paragraaf 3

Vraag van 5.1 + 5.2 om vragen te resetten 
of 
vraag om hulp!



Slide 3 - Slide

Opdracht 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Voorbeeld:
Jacko krijgt €15 zakgeld per week. Hoeveel krijgt hij per maand?
  • Eerst naar jaar!
  • Dan naar maand
  • 15 x 52 = 780
  • 780 : 12 = 65
  • Jacko krijgt €65 per maand zakgeld

Slide 6 - Slide

Voorbeeld:
Jarno verdient €130 per maand. Hoeveel verdient hij per week?
  • Eerst naar jaar!
  • Dan naar week
  • 130 x 12 = 1560
  • 1560 : 52 = 30
  • Jarno verdient €30 per week

Slide 7 - Slide

budget: opdracht  7 + 8
timer
1:00

Slide 8 - Slide

Doel 5.4:
  • B: Ik kan uitleggen hoe je inkomsten en uitgaven op elkaar af kunt stemmen.
  • KT: Ik kan aangeven hoe je door budgetteren financiële problemen aan kunt pakken.
  • KT: Ik kan aangeven hoe je door budgetteren financiële problemen kunt voorkomen.

Slide 9 - Slide

Budgetteren
Budget = vast bedrag wat beschikbaar is voor deze uitgaven.

Het budget wordt
vastgesteld op 
basis van je inkomen.


Slide 10 - Slide

Begroting & budgetteren
Begroting
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.
Budgetteren
Zorgen dat je uitgaven niet hoger worden dan je inkomsten

→ dus geen geld tekort komen

Slide 11 - Slide

Als je niet uitkomt met je geld..
 - goedkoper inkopen
- minder inkopen
- aankoop uitstellen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Doel 5.4:
  • B: Ik kan uitleggen hoe je inkomsten en uitgaven op elkaar af kunt stemmen.
  • KT: Ik kan aangeven hoe je door budgetteren financiële problemen aan kunt pakken.
  • KT: Ik kan aangeven hoe je door budgetteren financiële problemen kunt voorkomen.

Slide 14 - Slide

Doel 5.6T:
Ik kan toelichten hoe inkomsten en uitgaven kunnen veranderen tijdens iemands leven.

Slide 15 - Slide

Levensloop
In je leven doorloop je verschillende fases.
Samen vormen deze levensfases je levensloop.


Slide 16 - Slide

Levensloop: fasen in je leven
studeren
eerste baan
samenwonen
kinderen krijgen
kinderen die gaan studeren
kinderen het huis uit
AOW (algemeen ouderdomspensioen) nu 67 3mnd en pensioen

Slide 17 - Slide

Doel 5.6:
Ik kan toelichten hoe inkomsten en uitgaven kunnen veranderen tijdens iemands leven.

Slide 18 - Slide

Huiswerk 30-3-2022
B: Leren en maken Hoofdstuk 5 paragraaf 4
KT: Leren en maken Hoofdstuk 5 paragraaf 4+6

= Vraag om te resetten 
of vraag om hulp!



Slide 19 - Slide

Planning
30-3: H5.5
6-4: Afronding / Laatste kans voor vragen
13-4: Toets H5


Slide 20 - Slide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 21 - Slide

Hoofdstuk 5: Rondkomen
5.3 Geen tekorten meer / 5.3 Sparen en interen
5.4 Budgetteren

Slide 22 - Slide

programma
Herhalen  paragraaf 2 vast en incidenteel
huiswerk bespreken paragraaf 2 en rekentrainer 2
Uitleg en maken paragraaf 3 Sparen en interen
huiswerk paragraaf 3 en rekentrainer 3

Slide 23 - Slide

Terugblik les 5.2

Slide 24 - Slide

timer
0:30
vorige les

Slide 25 - Mind map

Leerdoelen 5.2

  • Ik weet wat vaste lasten zijn
  • Ik kan voorbeelden geven van vaste lasten
  • Ik weet wat incidentele uitgaven zijn
  • Ik kan voorbeelden geven van incidentele uitgaven
  • Ik weet wat een automatisch incasso is
  • Ik weet wat duurzame gebruiksgoederen zijn

Slide 26 - Slide

uitgaven
  • Vaste lasten = uitgaven die steeds terug komen en bijna altijd even hoog zijn


  • Incidentele lasten = uitgave die je af en toe doet.

Slide 27 - Slide

Incidentele uitgaven
Zijn uitgaven die je niet zo vaak doet, of waarvoor je moet sparen. 

Onverwacht en onregelmatig. Het is verstandig om er geld voor te reserveren/sparen.

Voorbeelden: reparatie van de koelkast of auto, een winterjas, een verre reis of een verkeersboete.

Slide 28 - Slide

Duurzame goederen
Duurzame consumtiegoederen zijn gebruiksgoederen die meestal lang mee gaan. De levensduur is lang, maar de gebruiksduur is beperkt. De gebruiksduur is dus korter dan de levensduur.


Slide 29 - Slide

Welke soorten uitgaven kun je onderscheiden?
A
Huishoudelijke uitgaven en vaste lasten
B
Dagelijkse lasten en vaste huishoudelijke uitgaven
C
Incidentele, huishoudelijke uitgaven, vaste Lasten
D
Kleine en grote uitgaven

Slide 30 - Quiz

Tot welke groep uitgaven behoort je abonnementskosten van je telefoon?
A
Totale uitgaven
B
Huishoudelijke uitgaven
C
Vaste lasten
D
Incidentele uitgaven

Slide 31 - Quiz

Huishoudelijke uitgaven
Incidentele uitgaven
Vaste uitgaven
Persoonlijke uitgaven
Koelkast
Fristi
Gas/water/licht
Kleding
Kapper
Auto
Abonnement
Wasmiddel

Slide 32 - Drag question