H.4 Woordenschat: zoek een tegenstelling

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
timer
10:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Woordenschat H4
Woordraadstrategie: zoek een tegenstelling

Slide 2 - Slide

Doel
Je kunt de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Schrijf hier een woordraad-
strategie op die je al kent.

Slide 5 - Mind map

Welke woordraadstrategie herken je in deze zin:
'Te veel snoep eten kan een negatief gevolg hebben. Welk effect merk jij na het eten van veel suiker?'
A
Synoniem
B
Omschrijving/definitie
C
Voorbeeld
D
Tegenstelling

Slide 6 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij 'zoek een voorbeeld'?
Antwoord vraag
Een definitie is nauwkeurigere bepaling van een woord dan een omschrijving.

Slide 7 - Open question

Uitleg 'zoek een tegenstelling'
Soms kun je de betekenis van een woord vinden doordat er een tegenstelling  in de tekst staat:
 
De wiskundetoetsen voor havo en vwo zijn identiek, maar de beoordeling is verschillend.
 

Slide 8 - Slide

Uitleg 'zoek een tegenstelling'
Tegenstellingen kun je herkennen aan de vorm:
     - Het basiswoord + voorvoegsel: a-, on-, il-, -in-, im-, ir-
         voorbeeld: sociaal - asociaal, 
                                 relevant - irrelevant
                                 zorgvuldig - onzorgvuldig
                                 actief - inactief
         Deze voorvoegsels geven het woord de betekenis: niet- 

Slide 9 - Slide

Uitleg 'zoek een tegenstelling'
Tegenstellingen kun je herkennen aan:
- Vervanging van het voorvoegsel:
          voorbeeld: behandelen - mishandelen,
                                 toename - afname, 
                                 invoer - uitvoer.


      


 

Slide 10 - Slide

Uitleg 'zoek een tegenstelling'
Tegenstellingen kun je herkennen aan:
     - Een heel ander woord.
        voorbeeld: flauw - scherp,
                                ruw - kalm/zacht,
                                rijk - arm
                                klassiek - modern,
                                aanvallen - verdedigen



 

Slide 11 - Slide

Uitleg 'zoek een tegenstelling'
Tip: Een tegenstelling volgt vaak na een signaalwoord: 

         maar, anderzijds, daarentegen, echter, evenwel, hoewel, 
         aan de andere kant, tegenover

Slide 12 - Slide

'Deze ziekte veroorzaakt zowel psychische als somatische klachten.'

Wat is het tegenovergestelde van 'somatische'?

Slide 13 - Open question

Wat is de betekenis van 'somatische'?
A
geestelijke
B
lichamelijke

Slide 14 - Quiz

'Voor deze klus kun je poreus, maar ook waterdicht materiaal gebruiken.'

Wat betekent 'poreus'?

Slide 15 - Open question

'Deze computer is vandaag inactief.'
Wat betekent 'inactief'?

Slide 16 - Open question

Aan de slag!
Opdrachten 1 + 2
Bladzijdes 114 + 115
Woensdag 16 maart
Zelfstandig en stil
Klaar? Lees verder uit je leesboek of werk verder aan ander huiswerk

Slide 17 - Slide