Thema 2: Romeinse Rijk

Thema 2:  Grieken en Romeinen
1 / 34
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, k, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 2:  Grieken en Romeinen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat is een stadstaat (Polis)?
A
Is een stad met omliggend gebied met een eigen bestuur
B
Is een land met eigen bestuur
C
Is een dorp met omliggende gebieden met eigen bestuur
D
Is een dorp met omliggende gebieden zonder eigen bestuur

Slide 7 - Quiz

Regels
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandeld een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Slide 8 - Slide

Waarom is geschiedenis belangrijk?

  • Kan gewoon leuk zijn, interessant of spannend!
  • Het verleden leert ons de huidige wereld om ons heen beter te begrijpen.
  • Elke ervaring die we hebben, hebben we opgedaan in het verleden.. Dankzij geschiedenis hoef je niet zelf te beleven wat oorlog is en kun je toch weten dat het heel erg is

Slide 9 - Slide

Aantekeningen
Zie je dit potloodje? Dan neem je de dikgedrukte en onderstreepte zin over in je schrift.


Te weinig tijd? De les wordt met je gedeeld, dan kan je tijdens zelfstandig werken verder met overnemen.

Slide 10 - Slide

Van stadstaat
tot wereldrijk

Slide 11 - Slide

Romeinse Rijk. 
Het Romeinse rijk was één van de grootste rijken in de oudheid. 

  • De hoofdstad Rome
  • Gesticht zou zijn door de tweeling Romulus en Remus
  • het hart en bestuurlijk centrum van het rijk

Slide 12 - Slide

Romeinse Rijk. 
In 509 v.Chr. schaften de Romeinen de monarchie af, omdat ze vonden dat één persoon niet alle macht zou moeten hebben. Vanaf dat moment ontstond de Romeinse republiek.


Monarchie: Een koninkrijk met een koning. 
Republiek: Een land met een gekozen leider. 

Slide 13 - Slide

Romeinse Rijk. 
Er was dus geen koning of keizer. Het rijk werd nu bestuurd door de senaat en twee jaarlijks gekozen consuls, die de meeste bestuurlijke macht hadden.

Senaat: Vergadering van wijze oude mannen over hoe het Romeinse rijk bestuurt moest worden. 

Slide 14 - Slide

Romeinse Rijk. 
De legeraanvoerders kregen echter steeds meer macht en in 45 v. Chr. werd generaal Julius Caesar tot dictator voor het leven benoemd.


Dicatator: Een alleenheerser die op een gewelddadige manier aan de macht is gekomen. 

Slide 15 - Slide

Romeinse Rijk. 
Hij had hierdoor net zoveel macht als een koning en dit werd hem niet in dank afgenomen door de senaat. 

  • Caesar vermoord door een aantal senatoren. 

Slide 16 - Slide

0

Slide 17 - Video

Romeinse Rijk. 
Na de dood van Caesar brak er een burgeroorlog uit, die gewonnen werd door Octavianus, de geadopteerde zoon van Caesar. 



Burgeroorlog: gewapende strijd van de burgers van een land tegen elkaar 

Slide 18 - Slide

Romeinse Rijk. 
Octavianus kreeg de eretitel Augustus (= de Verhevene) van de senaat en werd de eerste keizer van het Romeinse rijk. 


  • Zo ontstond in 27 v. Chr. het Romeinse keizerrijk.

Slide 19 - Slide

Romeinse rijk:    Tijdlijn

Slide 20 - Slide

Romeinse rijk
Het Romeinse rijk groeide uit tot een wereldrijk. Grote delen van Europa en delen van Azië en Noord-Afrika werden veroverd door het sterke Romeinse leger.

  • Legioen: legereenheid dat bestaat uit 6000 soldaten.

Slide 21 - Slide

Romeinse rijk
De grenzen van het Romeinse rijk noemen we de limes. Langs de limes bouwden de Romeinen forten, waarin soldaten werden ondergebracht om de grenzen te verdedigen. 
 

Limes: De grenzen van het Romeinse rijk
Castellum: Forten waarin soldaten werden ondergebracht om de grenzen te verdedigen. 

Slide 22 - Slide

Romeinse rijk
In veel van de gebieden die de Romeinen hadden veroverd, begonnen de inwoners de Romeinse cultuur over te nemen.

  • Latijn, 
  • Toga’s 
  • Badhuizen, aquaducten en amfitheaters.

RomaniseringOvername van de Romeinse cultuur door niet-Romeinen.  

Slide 23 - Slide

Sociale verschillen
1. aanzienlijke families
2. Rijke handelaren
3. gewone Romeinen
4. arme Romeinen
5. slaven


Slide 24 - Slide

Sociale verschillen
De verschillen waren zichtbaar, je kan dus zien wie een arme of rijke Romein was.

  • Rijke Romeinen in landhuizen en villa's met veel luxe
  • Arme romeinen in soort van flatgebouwen in slechte omstandigheden.


Slide 25 - Slide

Vaardigheid: Feit en mening
Feit: iets dat we kunnen controleren, het is echt gebeurd
Mening: iets wat een persoon vindt, persoonsgebonden en kan dus veranderen.

Voor feiten zijn bewijzen. Bij geschiedenis zijn dat bronnen, zowel geschreven als ongeschreven bronnen. 

Slide 26 - Slide

De legende van 
Romelus en Remus


  • Video kijken op de volgende dia (25 min)
  • Maak aantekeningen bij de video
  • Maak een Mindmap van je aantekeningen

Slide 27 - Slide

0

Slide 28 - Video

Opdrachten van de week
Maak de werkdoelen bij:
  • Ontstaan en uitbreiding Romeinse rijk
  • Rome

Beantwoorde criteria in je schrift
(verschillend per kleur) 

Slide 29 - Slide

Beantwoord in je schrift
  • Je legt de begrippen ‘republiek, keizerrijk, legioen, castellum en limes’ uit. 
  • Je geeft een voorbeeld van een Romeinse keizer
  • Je legt uit hoe het Romeinse rijk zich uitbreidde.

Slide 30 - Slide

Beantwoord in je schrift
  • Je legt de begrippen ‘republiek, keizerrijk, legioen, castellum en limes’ uit. 
  • Je geeft een voorbeeld van een Romeinse keizer
  • Je legt uit hoe het Romeinse rijk zich uitbreidde.

Slide 31 - Slide

Beantwoord in je schrift
  • Je legt de begrippen ‘republiek, keizerrijk, Pax Romana, legioen, castellum en limes’ uit. 

  • Je benoemt verschillen tussen een republiek en een keizerrijk

  • Je legt het uit wat het Romeinse legioen en de uitbreiding van het Romeinse rijk met elkaar te maken hebben. 
  • Je geeft twee verklaringen voor de groei van het Romeinse rijk.

Slide 32 - Slide

Beantwoord in je schrift
  • Je legt de begrippen ‘republiek, keizerrijk, Pax Romana, legioen, castellum en limes’ uit. 

  • Je benoemt verschillen tussen een republiek en een keizerrijk

  • Je legt het uit wat het Romeinse legioen en de uitbreiding van het Romeinse rijk met elkaar te maken hebben. 
  • Je geeft twee verklaringen voor de groei van het Romeinse rijk.

Slide 33 - Slide

Aan de slag! 
  •       Ga naar de learning portal en maak de opdrachten. Beantwoord de criteria die hoort bij het leerdoel in je schrift

se se Je mag zachtjes samenwerken. Je maakt wel je eigen werk. Hierbij mag je muziek luisteren.

            Als je klaar bent, dan laat je je werk zien voor feedback.

Slide 34 - Slide