H3 GL ch3I vragen stellen

bienvenue à la classe de français
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

bienvenue à la classe de français

Slide 1 - Slide

voor-bereiding toetsen m.b.v. leerdoelen!
(zie bij 'vakken' in SOMtoday)
Bijlage downloaden
hier staat wat je leert deze week (het leerdoel)
hier staat wat je deze week kunt doen om het 'leerdoel' te halen. Gebruik de bijlage om de bijbehorende opdrachten en leerstof te zien
dit doen we bij kwt

Slide 2 - Slide

Wat doen we vandaag?(check in jouw overzicht)
  • leerdoel 7 en 8 
  • leerdoel 1

Slide 3 - Slide

dussss...
les buts du cours
  • 7. ik kan een goede vraagzin maken in het Frans
  • 8. ik kan het vraagwoord 'quel' in de goede vorm gebruiken
  • 1. ik ken de vocabulaire bij de thema's wonen, hoeveelheden en landschap

Slide 4 - Slide

welke vraagwoorden
ken je in het Frans?

Slide 5 - Mind map

groepsoverleg
Welke manieren van vragen stellen ontdekken jullie? Let op werkwoorden, de zinsvolgorde en vraagwoorden.
Overleg in je groep, wie de meeste manieren?
Tu es en quelle classe?
Quelle est ta matière préférée?
Qu'est-ce que tu veux faire plus tard?
Pourquoi est-ce que tu veux faire ce métier?
Parlez-vous français?
Est-ce que tu aimes jouer au foot?
Tu peux me passer le sel?

Slide 6 - Slide

Hoe stel je een vraag in het Frans?
(1 antwoord per groep, zet je groepsnaam erbij)

Slide 7 - Open question

Maak de zin vragend:
Tu aimes jouer au foot

1. Tu aimes jouer au foot?
2. Est-ce que tu aimes jouer au foot?
(3. Aimes-tu jouer au foot?)

Gebruik een vraagwoord, bijv.
?

1. Où est-ce que tu aimes jouer au foot?
2. Tu aimes jouer au foot où?
(3. Où aimes-tu jouer au foot?)
maak aantekeningen!

Slide 8 - Slide

6

Slide 9 - Video

au travail
Oefen nu met de vraagzinnen:
chapitre 3 I: exercices 31, 32
(let op: bij 'quel' houd je rekening met geslacht en meervoud: quel/ quelle/ quels/ quelles)


inhalen huiswerk chapitre 3: 
  • zie de periodeplanner met de leerdoelen.
  • kruis aan wat je al gedaan hebt
  • doe wat je nog niet gedaan hebt
volgende week SO examenidioom 4, 5, 6
De week erna: repetitie chapitre 3(At/m I)

Slide 10 - Slide

00:51
manier 1
A
doe niks
B
kijk de ander vragend aan
C
zet een ? achter een gewone zin
D
doe je handen omhoog

Slide 11 - Quiz

01:03
manier 2
A
je houdt je handen nog steeds omhoog
B
je start de zin met 'est-ce que'
C
je eindigt de zin met 'est-ce que'
D
wat is 'est-ce que'?

Slide 12 - Quiz

01:20
manier 3
A
zet het werkwoord achteraan de zin
B
haal het werkwoord weg uit de zin
C
haal het persoonlijk voornaamwoord (je/tu/il enz) weg
D
draai werkwoord en persoonlijk voornaamwoord om

Slide 13 - Quiz

02:25
welke 3 manieren hoorde je mét een vraagwoord?

Slide 14 - Open question

02:37
tu habites à Raalte?
(bedenk een andere manier)

Slide 15 - Mind map

03:23
Tu habites où?
Bedenk een andere manier

Slide 16 - Mind map

examenidioom unité 4-6 (woordjes FN)
Let op:
Zinnen leren vanuit het boek!
Thema's:
  • wonen
  • hoeveelheden
  • landschap

Slide 17 - Slide

tb blz. 41 of
aant

Slide 18 - Slide

Je ne (connaître, présent) ___________ presque personne dans notre classe.
A
connais
B
connaît
C
as connu
D
connaissais

Slide 19 - Quiz

Cindy ___________ (connaître, imparfait) déjà deux filles ici.
A
connaît
B
connaissait
C
a connu
D
connais

Slide 20 - Quiz

Nous ____________ (connaître, p.c.) tous les élèves de havo 3.
A
connaissons
B
connaîtrons
C
avons connu
D
ont connu

Slide 21 - Quiz

J'irai à Madagaskar et je _____________ (connaître, futur simple) ce pays.
A
connais
B
connaîtrai
C
connaissais
D
ai connu

Slide 22 - Quiz

dussss...
les buts du cours
  • 7. ik kan een goede vraagzin maken in het Frans
  • 8. ik kan het vraagwoord 'quel' in de goede vorm gebruiken
  • 1. ik ken de vocabulaire bij de thema's wonen, hoeveelheden en landschap

Slide 23 - Slide

leerdoel 7.
Ik kan een goede vraagzin maken in het Frans

Slide 24 - Poll

leerdoel 8.
Ik kan het vraagwoord 'quel' in de goede vorm gebruiken

Slide 25 - Poll

leerdoel 1.
Ik ken de vocabulaire
bij de thema's wonen, hoeveelheden en landschap

Slide 26 - Poll

Slide 27 - Slide