[4H/5V] Staatsinrichting V - EU, rijk, provincie en gemeente

Staatsinrichting V






Het bestuur in Nederland
1 / 44
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Staatsinrichting V






Het bestuur in Nederland

Slide 1 - Slide

Doelen
Je kunt:
- uitleggen uit welke drie bestuurslagen de Nederlandse overheid bestaat;
- aangeven hoe de vertegenwoordigende raden van deze lagen heten;
- met een voorbeeld aangeven over welke terreinen de provincie en de gemeente gaan;
- uitleggen of je het Nederlandse lidmaatschap van de EU goed of slecht vindt.

Slide 2 - Slide

Welke macht heeft de Tweede Kamer?
A
De wetgevende macht
B
De uitvoerende macht
C
De rechterlijke macht
D
Al deze machten

Slide 3 - Quiz

Het verschil tussen de regering en het kabinet is:
A
De koning is wel lid van de regering, maar niet van het kabinet
B
De koning is wel lid van het kabinet, maar niet van de regering
C
De koning is wel lid van het parlement, maar niet van de Tweede Kamer.

Slide 4 - Quiz

Dualisme betekent:
A
De regering en de Tweede Kamer hebben een andere taak.
B
De regering voert uit en de Tweede Kamer controleert.
C
Dat de uitvoerende en de wetgevende macht gescheiden zijn.
D
A, B en C zijn goed.

Slide 5 - Quiz

'The magic number' in de Nederlandse politiek is:
A
51
B
76
C
100
D
150

Slide 6 - Quiz

Bestuurslagen in Nederland

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Nederland is in drie bestuurslagen verdeeld. Welke?
A
De provincie, het Rijk en de EU.
B
De gemeente, de Eerste Kamer en het parlement.
C
Het Rijk, de provincie en de gemeente.
D
Het Rijk, het ministerie en de provincie.

Slide 9 - Quiz

De gemeente

Slide 10 - Slide

De burgemeester van Amsterdam is (en is lid van deze partij):

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Wat doet een wethouder?

Slide 14 - Mind map

Het 'parlement' van de gemeente heet:
A
Het gemeentehuis
B
De Raad van State
C
De gemeenteraad
D
Het college van B&W

Slide 15 - Quiz

De 'ministers' van een gemeente noemen we:
A
Gemeentelijke ministers
B
Gemeentelijke bestuurders
C
Directeuren
D
Wethouders

Slide 16 - Quiz

De provincie

Slide 17 - Slide

Zoek op met je telefoon of laptop wie de Commissaris van de Koning (CdK) is van Noord-Holland

Slide 18 - Open question

Waar beslist de provincie over?

Slide 19 - Mind map

Hoe noemen we het 'parlement' van de provincie?
A
De provinciale staten
B
Het provinciale parlement
C
De Eerste Kamer
D
De Raad van State

Slide 20 - Quiz

Stel, je hebt een bedrijf en je hebt een milieuvergunning nodig. Bij wie vraag je dat aan?
A
Bij de gemeente.
B
Bij de provincie.
C
Bij het rijk.

Slide 21 - Quiz

Stel, je wil een dakkapel op je huis plaatsen. Aan wie moet je een vergunning vragen?
A
Aan de gemeente.
B
Aan de provincie.
C
Aan het rijk.

Slide 22 - Quiz

Welke van de onderstaande beweringen is goed?
I De provincie beslist over de route van een autosnelweg;
II De provincie beslist over de aanleg van nieuwe straten in een plaats.
A
I is goed en II is fout
B
I is fout en II is goed
C
I en II zijn goed
D
I en II zijn fout

Slide 23 - Quiz

De rijksoverheid

Slide 24 - Slide

Het torentje van de minister-president.
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Ministerie van Onderwijs.
Ministerie van Justitie en Veiligheid
Ministerie van Algemene Zaken
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Slide 25 - Slide

Taken van de Rijksoverheid
'De Rijksoverheid maakt beleid, vaardigt wetten uit en ziet toe op naleving. Daarnaast bereidt het Rijk plannen van de regering en het parlement voor. En voert het deze plannen uit.'
(www.rijksoverheid.nl)

Slide 26 - Slide

'Rijksoverheid: ministeries en uitvoerende diensten
De Rijksoverheid is het onderdeel van de overheid dat op landelijk niveau werkt. Bij het Rijk werken ongeveer 116.000 ambtenaren. Ambtenaren op de 12 ministeries bereiden beleid en wetgeving voor. Bij uitvoerende diensten voeren ambtenaren het beleid uit. Bijvoorbeeld politiemensen, militairen en inspecteurs.' (www.rijksoverheid.nl)

Slide 27 - Slide

Commissaris der Koning
Burgemeester
Lid Gedeputeerde Staten
Wethouder
Minister
Gemeenteraad
Provinciale Staten
Ministerie

Slide 28 - Drag question

De Europese Unie

Slide 29 - Slide

Dit is Ursula von der Leyen. Wat is haar functie in de EU?
A
Voorzitter Europees Parlement
B
Voorzitter Raad van Europa
C
Voorzitter Europese Commissie
D
President van Europa

Slide 30 - Quiz

Waarom is Olaf Scholz zo belangrijk in Europa?
A
Zij is Bondskanselier van Duitsland, het rijkste land van de EU.
B
Zij is de baas van Europa.
C
Zij is Bondskanselier van Duitsland, het sterkste land van de EU
D
Zij probeert de EU koste wat kost bijeen te houden.

Slide 31 - Quiz

Wat is de belangrijkste prestatie van de EU (en haar voorgangers)?

Slide 32 - Open question

Waarom besloten de Europese landen na de Tweede Wereldoorlog samen te werken op het gebied van kolen en staal?

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Video

Wie beslist er over een Europese wet?
A
De Europese commissie
B
De Raad van Ministers
C
Het Europees parlement
D
Alle drie

Slide 35 - Quiz

Welk Europees orgaan wordt democratisch gekozen?
A
De Europese commissie
B
De Raad van Ministers
C
Het Europees parlement
D
Alle drie

Slide 36 - Quiz

Waar beslist de EU over?

Slide 37 - Mind map

De EU heeft last van een zogenaamd democratisch tekort. Vind jij de EU ondemocratisch? Waarom?

Slide 38 - Open question

Met welke stelling over de EU ben jij het eens?
Nederland moet zo snel mogelijk uit de EU stappen (Nexit).
Alleen in de EU kan Nederland tegen landen als Rusland en China op.
Europese samenwerking is goed voor vrede en veiligheid.
De EU is goed, maar moet zich niet met de politiek van de lidstaten bemoeien.

Slide 39 - Poll

Met welke stelling bij jij het eens?
A
Nederland moet zo snel mogelijk uit de EU stappen (Nexit).
B
Europese samenwerking is goed voor vrede en veiligheid.
C
Alleen in de EU kan Nederland tegen landen als Rusland en China op.
D
De EU is goed, maar moet zich niet met de politiek van de lidstaten bemoeien.

Slide 40 - Quiz

Dit heb ik geleerd deze les:

Slide 41 - Open question

Dit snap ik nog niet zo goed:

Slide 42 - Open question

Doelen
Je kunt:
- uitleggen uit welke drie bestuurslagen de Nederlandse overheid bestaat;
- aangeven hoe de vertegenwoordigende raden van deze lagen heten;
- met een voorbeeld aangeven over welke terreinen de provincie en de gemeente gaan;
- uitleggen of je het Nederlandse lidmaatschap van de EU goed of slecht vindt.

Slide 43 - Slide

Bestuurslagen in Nederland

Slide 44 - Slide