Parkinson

1 / 40
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide


Welke 4 stadia zijn er bij decubitus?

  1. Niet wegdrukbare roodheid
  2. Lichte ontvelling en/of blaren
  3. Open oppervlakkige huidwond (evt. met necrose)
  4. Diepe wond, inclusief verwonding spier en bot (evt. met necrose)

Slide 4 - Slide


Wat is veroudering?

  • Er worden meer cellen afgebroken dan aangemaakt.
  • Weefselcellen
  • Botcellen
  • Spiercellen

Slide 5 - Slide

Welke gezondheids-problemen zie je vooral bij ouderen? 


  • Gestoorde mobiliteit   
  • Gestoorde stabiliteit  
  • Duizeligheid & vallen  
  • Gestoorde communicatie  
  • Visus of / en gehoor  
  • Psychische stoornis  
  • Incontinentie

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Pak je telefoon of laptop en ga op internet  naar https://lessonup.app/

Slide 9 - Slide

Wat is de ziekte van Parkinson?
A
Spierziekte
B
Infectie aan de zenuwcellen
C
Hersenziekte
D
Ziekte van het centrale zenuwstelsel

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video


Verpleegkundige Aandachtsgebieden Parkinson

  1. Motorische verschijnselen
  2. Vegetatieve Verschijnselen
  3. Psychische verschijnselen
  4. Sociale aspecten
  5. Lopen
  6. Slapen
  7. Spraak- & slikproblemen
  8. Mictie- en/of obstipatie-     problemen

Slide 12 - Slide

Motorische verschijnselen
  1. Beven 
  2. Spierstijfheid en traagheid (bradykinesie)
  3. Bewegingsarmoede (hypokinesie) 
  4. Bij het aanzetten van een beweging neemt de spierspanning toe (rigiditeit = stijfheid)
  5. Problemen met het evenwicht, verstoorde houdingsbalans
  6.  Startproblemen, moeite plotseling stoppen (propulsie)
  7. Typische houding met gebogen ellebogen en knieën en een 
    hoog-thoracale kyfose; de flexiehouding

Slide 13 - Slide

Vegetatieve verschijnselen
  1. Bloeddrukdaling bij het opstaan (orthostatische hypotensie,  autonome zenuwstelsel wordt aangetast)
  2. Slikproblemen ontstaan door verminderde spierfunctie (kwijlen, verslikken)
  3. Veel speeksel in de mond kan het eten belemmeren
  4. Reuk is verminderd 
  5. Nachtelijk transpireren
  6. Overmatige talkafscheiding, vooral zichtbaar in het gelaat
  7.  Hyperreflexie van de blaaswand

Slide 14 - Slide

Psychische verschijnselen
  1. Depressie
  2. Behandeling depressieve klachten richten op de functionele, psychische en sociale beperkingen voor de patiënt en de acceptatie van de ziekte
  3. Angststoornissen (isolement, afhankelijkheid)
  4. Vertraging van de geestelijke activiteit
  5. Geheugenproblemn
  6. Orientatie- en overzichtsproblemen in situaties
  7. Concentratieproblemen 
  8. Pachtelijke verwardheid, wanen en hallucinaties (t.g.v. medicatie)

Slide 15 - Slide

Sociale aspecten
  1. Spierstijfheid, traagheid
  2. Lopen, fietsen en autorijden lukt niet altijd meer
  3. Verminderde draagkracht, vermoeidheid en het tempo niet meer kunnen volgen
  4.  Schaamte voor maskergelaat en overvloedig speekselverlies 
    Dit wordt verergerd als er ook sprake is van stress.
  5. Onbegrip vanuit de omgeving ervaren
  6. De mate waarin de patiënt last heeft van depressies voorspeld vaak hoe groot de emotionele belasting voor de  mantelzorger is

Slide 16 - Slide

Aandachtspunt LOPEN
  1. Adviseer goed schoeisel en de kamerinrichting te vereenvoudigen
  2. Geef begeleiding bij het lopen
  3. Tegenwoordig zijn er aangepaste rollators met geluid (wat het lopen kan stimuleren) en/of met lasersignaal.
  4. Geen afleidende gesprekken voeren tijdens het lopen
  5.  Bij startproblemen, de patiënt over een voorwerp of voet van de verpleegkundige te laten stappen

Slide 17 - Slide

Aandachtspunt SLAPEN
  1. Neurologische veranderingen in het slaapritme
  2. Psychische onrust door bijvoorbeeld hallucinaties, depressie en het omdraaien van het dag-/nachtritme
  3. Breng in overleg met de patiënt rustmomenten aan op de dag 
  4. Adviseer het gebruik van koffie, thee of alcohol te vermijden of te verminderen voor de nacht
  5.  Veelvuldige aandrang om te plassen (nycturie)

Slide 18 - Slide

SPRAAK-SLIKPROBLEMEN
  1. Logopedist
  2. Geven van verbale instructie om te slikken
  3. De patiënt wekelijks te wegen
  4. Een goede zithouding en uitgangspositie tijdens het eten
  5.  Na iedere voeding controleren of de mond leeg is
  6. Rust en structuur in de omgeving, pas het tempo van de interactie aan
  7. Ondersteunende hulpmiddelen, zoals gebitsprothese, computer, fotoboek, schrijven (als dat nog lukt) en eventueel gebaren. 

Slide 19 - Slide

Mictie- en/of obstipatieproblemen
  1. Voldoende vochtopname
  2. Stimuleer zoveel mogelijk aan beweging te doen
  3. Bij aandrang de stoelgang niet uit stellen en tijd  nemen voor de toiletgang
  4. Laxerend dieet
  5. Bij mictie aandrang niet te lang wachten  en tijd nemen om te plassen
  6. Goede lichaamshygiëne
  7. Ga na of er sprake is van een blaasontsteking 
  8. Kleding aanpassen 
  9. Eventueel gebruik maken van incontinentie materiaal 

Slide 20 - Slide

Wat is Zelfredzaamheid?

Slide 21 - Mind map

ZELFREDZAAMHEID

Het vermogen van mensen om zichzelf te redden op alle levensterreinen met behulp van hun sociale, fysieke en cognitieve vaardigheden.

Slide 22 - Slide

Wat is beslissen over je leven, zorg en ondersteuning?
A
Vraaggerichte zorg
B
Eigen regie
C
Positieve gezondheid
D
Autonomie

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

INVULLEN
BARTHEL - INDEX

Slide 26 - Slide


Toepassen verpleegkundige interventies bij Parkinson

Slide 27 - Slide

  SPRAAK-  
     SLIK-   
 STOORNIS
SLAPEN
 MOTORISCH
 MICTIE
       &  
OBSTIPATIE
SOCIAAL
 VEGETATIEF
 PSYCHISCH
LOPEN
Rustmomenten
Goed schoeisel
Kamerinrichting
Extra drinken
Vezelrijke voeding
Extra drinken
Makkelijke kleding
Begrip omgeving kweken

Slide 28 - Drag question

  SPRAAK-  
     SLIK-   
 STOORNIS
SLAPEN
 MOTORISCH
 MICTIE
       &  
OBSTIPATIE
SOCIAAL
 VEGETATIEF
 PSYCHISCH
LOPEN
Rollator met geluid
Verbale instructie
Geen koffie, thee of alcohol
Zoveel mogelijk bewegen
Dagelijkse structuur
Voorzichtig op laten staan

Slide 29 - Drag question

SPINNER
Rad gaat draaien en stopt op een onderwerp
Maak een keuze of dit hoort bij 
- Eigen Regie
- Veiligheid
- Zelfstandigheid

Slide 30 - Slide

   Eigen Regie


Veiligheid


    Zelfredzaamheid

         




Slide 31 - Slide

Veiligheid



Drempelvrij                                             Gesproken opdrachten
Douchekruk                                            Voorlichting 
Rollator                                                      Vereenvoudigde kamer
Duofiets                                                     Rustmomenten
Verpleegkundige                                  Alarmknop
Gepureerd eten/sondevoeding

Slide 32 - Slide

Zelfredzaamheid 
Incontinentiemateriaal                         Verpleegkundige 
Alarmknop                                                   Respijtzorg 
Aankleden                                                    Voorlichting 
Structuur                                                      Ontmoetingsplek 
Douchekruk                                                 Dik bestek 
Rollator                                                          Gesproken opdrachten 
Dagbehandeling                                       Onafhankelijkheid 
Duofiets                                                         Pijnstilling 
Beeldbellen 








Slide 33 - Slide

Eigen Regie 

Wensen 
Afspraken 
Verpleegkundige 
Voorlichting

Slide 34 - Slide


Lesevaluatie

Slide 35 - Slide

Wat is Eigen Regie?
A
Zelf beslissen over je leven, zorg en ondersteuning
B
Vraaggerichte zorg
C
Autonomie
D
Gezondheid gerichte zorg

Slide 36 - Quiz

Wat is zelfredzaamheid?
A
Thuis te kunnen blijven wonen door hun sociale, fysieke en cognitieve vaardigheden.
B
Autonomie op beslissingen d.m.v sociale, fysieke en cognitieve vaardigheden.
C
Eigen regie hebben met behulp van hun sociale, fysieke en cognitieve vaardigheden.
D
Zichzelf redden op alle levensterreinen door hun sociale, fysieke en cognitieve vaardigheden.

Slide 37 - Quiz

Wat is blijven hangen na deze les?

Slide 38 - Open question

Wat vond je van de lesvormen?

Slide 39 - Mind map

Waar willen jullie het volgende week over hebben bij vp? Herhaling en/of onderwerp?

Slide 40 - Open question