1. Bedenk in tweetallen hoeveel AOW een alleenstaande krijgt
2. Bedenk hoeveel AOW een koppel krijgt.
3. Hoeveel pensioen wil jij zelf later ongeveer hebben inclusief AOW?
4. Bedenk zelf hoe jij jouw pensioen (sneller) kan aanvullen?
5. Bekijk in de klas; wie heeft ongeveer hetzelfde en wie totaal niet? Schrijf van minimaal 3 studenten op wat zij anders of gelijk hebben.