Paragraaf 10.3 - Opgroeien

Startopdracht
  • Vaste plekken
  • Mobiel in je kluis
  • oortjes uit
  • jas uit
  • Boek+ pen op tafel
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Startopdracht
  • Vaste plekken
  • Mobiel in je kluis
  • oortjes uit
  • jas uit
  • Boek+ pen op tafel

Slide 1 - Slide

Startopdracht
  1. Vaste plekken
  2. Mobiel in je tas of in de telefoontas
  3. Boek, schrift en pen op tafel
Startopdracht


  • Mobiel in je kluis
  • Jas aan de kapstok
  • Boek, schrift en pen op tafel

Slide 2 - Slide

wat gaan we vandaag doen? 
Herhaling 10.2 (10min)
10.3 uitleg deel 1 (15min)
aan het werk (15min)
Afsluiten (5min)

Slide 3 - Slide

Herhaling (10min)

Slide 4 - Slide

10.3 Opgroeien
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de levensfasen en voorbeelden van lichamelijke en geestelijke ontwikkeling kunnen noemen
  • Je kunt beschrijven door welke hormonen jongens en meisjes veranderen in de puberteit en hoe dit in zijn werk gaat

Slide 5 - Slide

Welke levensfasen zijn er?
Je leven bestaat uit levensfasen. Tijdens deze fase verander je. Dit noem je ontwikkeling.

Er zijn twee soorten ontwikkeling:
-Lichamelijke ontwikkeling
-Geestelijke ontwikkeling

Slide 6 - Slide

Levensfasen

Slide 7 - Slide

Wanneer ben je puber?
De veranderingen in de puberteit vinden door hormonen plaats. 

De Hypofyse is een hormoonklier die zorgt  dat de geslachtsorganen zelf geslachtshormonen gaan maken.
- Zaadballen maken Testosteron--> zaadcellen
-Eierstokken maken oestrogeen-->eicellen

Slide 8 - Slide

Hormonen en puberteit 
De secundaire veranderingen worden in gang gezet door hormonen. 
  • Hormonen worden gemaakt in hormoonklieren.

De hypofyse speelt hierin een grote rol:
  • Maakt groeihormoon dat zorgt voor een groeispurt.
  • Zet de geslachtsorganen aan tot het maken van geslachtshormonen. 
Het tijdstip waarop het lichaam deze hormonen gaat aanmaken verschilt per persoon. 



Slide 9 - Slide

10.3 Opgroeien
  • Wat? Maken 10.3 – Opdracht 1 t/m 9 (sterretjes zijn extra uitdaging)
  • Hoe? Blz. 39 t/m 44
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 15 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 9 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 10 - Slide

Afsluiten (5min)
  • 3 meerkeuze vragen
  • Naam + antwoorden op Post-it
  • lesevaluatie

Slide 11 - Slide

in welke 2 levensfasen krijg je te maken met een groeispurt?
A
kleuter- en peuterfase
B
kleuter- en schoolkind fase
C
baby- en puberfase
D
adolescent en bejaarde fase

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van levensfasen.
A
Baby, peuter, kleuter, kind, adolescent, puber, volwassene, oudere
B
Baby, kleuter, peuter, kind, puber, adolescent, volwassene, oudere
C
Baby, peuter, kleuter, kind, puber, adolescent, volwassene, oudere
D
Baby, kleuter, peuter, kind, adolescent, puber, volwassene, oudere

Slide 13 - Quiz

Wat is NIET een voorbeeld van lichamelijke ontwikkeling?
A
Dingen vast kunnen pakken
B
Sterkere spieren krijgen
C
Leren praten
D
Kunnen lopen

Slide 14 - Quiz

Wat regelen de geslachtshormonen?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Tertiaire geslachtskenmerken
D
Puberteit

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

10.3 Opgroeien
Welke levensfasen zijn er?

  • Levensfasen (blz. 40/bron 1)
    - Een mensenleven bestaat uit acht levensfasen
    - Baby > peuter > kleuter > (school)kind > puber > adolescent > volwassene > oudere

  • Ontwikkeling
    - Je verandert in elke levensfase
    - Lichamelijk ontwikkeling: groeien, zwaarder worden, leren kruipen/lopen/fietsen
    - Geestelijke verandering: leren praten, manier van denken verandert, je denkt na over wie je bent en wie je wilt worden.



Slide 17 - Slide

10.3 Opgroeien
Door welke hormonen verander je in de puberteit?

  • Hormoonklieren
    - geven hormonen af aan het bloed
    - hormonen zorgen voor lichamelijke veranderingen
    - hormonen noem je ook wel regelstoffen
    - sommige organen reageren op een bepaald hormoon, anderen niet
  • Hypofyse
    - belangrijke hormoonklier, klein orgaantje onder de hersenen
    - gaat in de puberteit meer groeihormoon maken > groeispurt
    - zet de geslachtsorganen aan tot het maken van geslachtshormonen
    - zaadballen (teelballen) maken testosteron
    - eierstokken maken oestrogeen
    - door geslachtshormonen ontstaan secundaire geslachtkenmerken

Slide 18 - Slide

Startopdracht
  • Vaste plekken
  • Mobiel in je kluis
  • oortjes uit
  • jas uit
  • Boek+ pen op tafel

Slide 19 - Slide

Startopdracht
  1. Vaste plekken
  2. Mobiel in je tas of in de telefoontas
  3. Boek, schrift en pen op tafel
Startopdracht


  • Mobiel in je kluis
  • Jas aan de kapstok
  • Boek, schrift en pen op tafel

Slide 20 - Slide

wat gaan we vandaag doen? 
  • Herhaling
  • 10.3 uitleg deel 2
  • aan het werk 
  • Afsluiten

Slide 21 - Slide

in welke 2 levensfasen krijg je te maken met een groeispurt?
A
kleuter- en peuterfase
B
kleuter- en schoolkind fase
C
baby- en puberfase
D
adolescent en bejaarde fase

Slide 22 - Quiz

Wat is NIET een voorbeeld van lichamelijke ontwikkeling?
A
Dingen vast kunnen pakken
B
Sterkere spieren krijgen
C
Leren praten
D
Kunnen lopen

Slide 23 - Quiz

Wat regelen de geslachtshormonen?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Tertiaire geslachtskenmerken
D
Puberteit

Slide 24 - Quiz

10.3 Opgroeien
Door welke hormonen verander je in de puberteit?

  • Hormoonklieren
    - geven hormonen af aan het bloed
    - hormonen zorgen voor lichamelijke veranderingen
    - hormonen noem je ook wel regelstoffen
    - sommige organen reageren op een bepaald hormoon, anderen niet
  • Hypofyse
    - belangrijke hormoonklier, klein orgaantje onder de hersenen
    - gaat in de puberteit meer groeihormoon maken > groeispurt
    - zet de geslachtsorganen aan tot het maken van geslachtshormonen
    - zaadballen (teelballen) maken testosteron
    - eierstokken maken oestrogeen
    - door geslachtshormonen ontstaan secundaire geslachtkenmerken

Slide 25 - Slide

10.3 Opgroeien
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt verschillende soorten liefdesrelaties beschrijven
  • Je kunt uitleggen wat seksueel grensoverschrijdend gedrag is en voorbeelden hiervan geven

Slide 26 - Slide

10.3 Opgroeien
Denkt iedereen hetzelfde over relaties?

  • Heteroseksueel
    - verliefd zijn op iemand van het andere geslacht
    - jongens ↔ meisjes
  • Homoseksueel
    - verliefd zijn op iemand van hetzelfde geslacht
    - jongens ↔ jongens > homo
    - meisjes ↔ meisjes > lesbisch
  • Biseksueel
    - verliefd op zowel jongens als meisjes

Slide 27 - Slide

10.3 Opgroeien

Slide 28 - Slide

10.3 Opgroeien
Wat is seksueel overschrijdend gedrag?

  • Seksueel grensoverschrijdend gedrag
    - als iemand tot seksuele handelingen wordt gedwongen > aanranding
    - als iemand het lichaam van een ander binnendringt > verkrachting
    - als iemand wordt aangeraakt op intieme plaatsen > seksuele intimidatie
  • Pedofilie
    - een volwassene met seksuele gevoelens voor kinderen > pedofiel
    - een volwassene die geslachtsgemeenschap heeft met kinderen > pedoseksueel
  • Incest
    - een volwassene geslachtsgemeenschap heeft met kind uit zelfde gezin of familie

Slide 29 - Slide

10.3 Opgroeien
  • Wat? Maken 10.3 – Opdracht 1 t/m 17
  • Hoe? Blz. 45 t/m 48
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 17 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 30 - Slide