10.3 Opgroeien

10.3 Opgroeien
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

10.3 Opgroeien

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de levensfasen en voorbeelden van lichamelijke en geestelijke ontwikkeling daarbij noemen.
  • Je kunt beschrijven door welke hormonen jongens en meisjes veranderen in de puberteit en hoe dit in zijn werk gaat.
  • Je kunt verschillende soorten liefdesrelaties beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat seksueel grensoverschrijdend gedrag is en voorbeelden hierbij geven.

Slide 2 - Slide

Zet onderstaande begrippen in de juiste volgorde van jong naar oud:
schoolkind - volwassene - baby - puber - kleuter - adolescent - peuter - oudere

Slide 3 - Open question

Levensfasen
Ontwikkeling: in elke levensfase vinden er veranderingen plaats.
                               
Lichamelijke ontwikkeling: 
- Langer en zwaarder
- Meer spiermassa
- Kraakbeen wordt been (bot)
- Structuur van de huid veranderd
Geestelijke ontwikkeling: 
- Leren praten en schrijven
- Zelfstandig worden

Slide 4 - Slide

Hormonen

Slide 5 - Slide

  1. Hormoonklier geeft hormoon af aan bloed
  2. Bloed stroomt door het hele lichaam
  3. Hormoon past precies op de receptor van cellen waar het zijn werking moet uitoefenen en niet op de cellen waar het geen effect moet geven

Slide 6 - Slide

Veel lichamelijke verandering ontstaan door hormonen


Hypofyse:
  • Groeihormoon = groeispurt

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hormonen
Hypofyse: hormonen -> reactie = geslachtsorganen: hormonen
  • Meisjes: eierstokken maken oestrogeen
  • Jongens: zaadballen maken testosteron

-> Productie voortplantingscellen
-> Ontstaan secundaire kenmerken

Slide 9 - Slide

Waarom worden jongens vaak langer dan meisjes?

De groeispurt van jongens begint later (13 jaar) dan bij meisjes (11 jaar), dus jongens zijn al langer bij het begin van de groeispurt.

Slide 10 - Slide

Verschillende soorten liefdesrelaties beschrijven

  • Homoseksueel: man-man of vrouw-vrouw
  • Heteroseksueel: man-vrouw 
  • Biseksueel: valt op beide geslachten

Slide 11 - Slide

Schrijf in je agenda
Aantekeningen 10.3 afmaken.
Bestudeer blz. 38 t/m 46.

Maken + nakijken opdr. 4, 7, 9, 10, 11, 14, 15, 16, 17, 18.

Slide 12 - Slide