Link A0 A2 10.3

Lesplan
1. Huiswerk: De website van de politie.
2. Grammatica: jouw/van jou. 
3. Link 10.3. 
4. Huiswerk: Online winkelen. 
 


1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 165 min

Items in this lesson

Lesplan
1. Huiswerk: De website van de politie.
2. Grammatica: jouw/van jou. 
3. Link 10.3. 
4. Huiswerk: Online winkelen. 
 


Slide 1 - Slide

Na deze les...
1) ... kun je vertellen waar je spullen koopt. 
2) .. kun je beter jouw/van jou gebruiken. 

Slide 2 - Slide

De website van de politie
Zoek op internet. Beantwoord de vragen.



Kijk op de website van de politie.
1. Hoe kun je iets melden?
2. Zie je informatie over je buurt? Wat lees je?
3.  Vind je de website duidelijk? 

Slide 3 - Slide

We gaan in het boek werken: 

10.3

Slide 4 - Slide

A kiest een van de spullen in opdracht 4.
A vraagt:
Koop je het nieuw of tweedehands?
Koop je het op internet of in de winkel?
Bij welke winkel koop je het?
Hoeveel geld wil je ongeveer besteden?

B geeft antwoord:
Ik koop het ...
Ik wil ... besteden.

Slide 5 - Slide

Advies geven: 

Je kunt beter/het beste paracetamol nemen. 

Je kunt beter/ het beste ......

Slide 6 - Slide

ik
mijn
van mij
jij (je)
jouw (je)
van jou 
u
uw
van u
zij (ze)
haar
van haar
hij
zijn
van hem
wij (we)
ons/onze
van ons
jullie
jullie
van jullie
zij (ze) 
hun
van hen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Link

Online winkelen
Ga online naar een kledingwebwinkel. Zoek de informatie en beantwoord de volgende vragen:

1. Wat wil je graag kopen?
2. Bij welke webwinkel kun je dat kopen?
3. Hoeveel kost het?
4. Welke kledingmaten zijn er? Is daar ook jouw kledingmaat?
5. Krijg je je bestelling per post? Is de verzending gratis?
6. Je bent niet tevreden met je bestelling en wilt deze retourneren (terugsturen). Binnen hoeveel dagen kun je je bestelling retourneren? 

Slide 10 - Slide

Huiswerk: 
Huiswerk voor morgen: 
- 10.4 (online 1-6);
- toets thema 9 maken.

Huiswerk voor woensdag: 
Online winkelen.

Slide 11 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd? 

Slide 12 - Slide

Goed gedaan!

Slide 13 - Slide

Ik reis het liefst met de fiets. 

Ik reis liever met de auto dan met de brommer.
 
Ik reis het minst graag met de boot.

Slide 14 - Slide

Ik reis het liefst met ....
Ik reis liever met .... dan met ....
Ik reis het minst graag met ....

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link





1. We maken een praatje in de lift.
2. In deze buurt staan flats.
3. Het is een rustige buurt.
4. Er is een park is de buurt.
5. Daar is een moskee, een kerk en een apotheek.
 

Maak deze zinnen negatief. Gebruik "geen". 

1. We maken een praatje in de lift.
2. In deze buurt staan flats.
3. Het is een rustige buurt.
4. Er is een park is de buurt.
5. Daar is een moskee, een kerk en een apotheek.
 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Hoe was de les van vandaag?
A
makkelijk
B
moeilijk
C
leuk
D
saai

Slide 19 - Quiz

Klasafspraken:
1) Je bent elke les op school. Maak een afspraak buiten lestijd.
2) In de les komen we op tijd.
3) In de les zetten we onze telefoons op stil.
4) Ben je te laat of kun je niet naar de les komen? - Stuur dan een bericht aan de docent.
5) Informatie over huiswerk en lessen/vakantie vind je in de chatgroep. Check regelmatig de Whatsappgroep.
6) Wil je roken? Alleen op het parkeerterrein, helemaal achterin. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide