H2 Spelling

Leesmoment
- Mobiel in je tas
- Lezen in stilte
timer
15:00
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leesmoment
- Mobiel in je tas
- Lezen in stilte
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je leert:
  • hoe je gebiedende wijs van een werkwoord spelt;
  • wanneer je gebruik maakt van de gebiedende wijs.

Slide 2 - Slide

Instapopdracht 
Hoofdstuk 2 - paragraaf 9
Zelfstandig in stilte; 
5 minuten;
 in je schrift.





timer
5:00

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Verschillende toepassingen
  • Bevel
  • advies
  • opdracht/instructie
  • waarschuwing
  • verbod

Slide 5 - Slide

Gebiedende wijs
In een zin in de gebiedende wijs staat geen onderwerp. De gebiedende wijs is hetzelfde als de ik-vorm van het werkwoord en die staat op de eerste plaats in de zin.

Slide 6 - Slide

Voorbeelden
Zit eens stil.
Loop eens door.
Bied je excuses aan!​

Slide 7 - Slide

Bedenk zelf 3 voorbeeldzinnen in de gebiedende wijs. Kies uit: bevel, advies, opdracht/ instructie, waarschuwing, verbod.

Slide 8 - Open question

Zelfstandig werken
Wat
2.9 opdracht 1 t/m 7
Hoe
Zachtjes overleggen
Hulp
lesstof Talent
Tijd
15-20 minuten
Uitkomst
Nakijken, verbeteren
Klaar
Lezen uit je leesboek
timer
15:00

Slide 9 - Slide

In welke gevallen maak je gebruik van de gebiedende wijs? (5)

Slide 10 - Open question

Afsluiting les
Evaluatie: wat vond je van deze les?
interessant
duidelijk
onduidelijk
te snel
te langzaam
leerzaam
iets anders

Slide 11 - Poll

Leesmoment
- Mobiel in je tas
- Lezen in stilte
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Planning voor deze les:
Lesdoel
Terugblik
Wat weet jij al?
Uitleg + controle
Aan het werk 
Afsluiting

Slide 13 - Slide

Lesdoelen
Je leert:
  •  hoe je gebiedende wijs van een werkwoord spelt;
  • wanneer je hoofdletters gebruikt;
  • je leert de betekenis van twee moeilijke woorden.

Slide 14 - Slide

Formuleer zelf twee zinnen in de gebiedende wijs. Gebruik de volgende werkwoorden:
BIEDEN/ ANTWOORDEN

Slide 15 - Open question

Hoofdletters, hoe zat het ook alweer? Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 16 - Open question

Hoofdletters
-Begin van de zin
-Begin van een citaat
-Eigennamen 
(Merk/AK/Taal/straat/personen)
-Feestdagen

Slide 17 - Slide

hoofdletter
kleine letter
aan het begin van een zin
dagen, maanden en seizoenen
feestdagen
afleidingen van feestdagen
aardrijkskundige namen

Slide 18 - Drag question

hoofdletter
kleine letter
soortnamen afgeleid van aardrijkskundige namen 
eigennamen 
windstreken 
namen voor een specifiek volk
groepen die verwijzen naar een ras, stam of godsdienst

Slide 19 - Drag question

Met of zonder hoofdletters?
A
Gucci
B
gucci

Slide 20 - Quiz

beste mevrouw schimmel
In de bovenstaande zin moet...
A
1 hoofdletter
B
2 hoofdletters
C
3 hoofdletters
D
geen hoofdletters

Slide 21 - Quiz

Met of zonder hoofdletters?
A
havo
B
HAVO

Slide 22 - Quiz

Kloppen de hoofdletters in deze zin?

'S ochtends moet Tim vroeg opstaan.
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Zelfstandig werken
Wat
2.9 opdracht 8 t/m 13
Hoe
Zachtjes overleggen
Hulp
lesstof Talent
Tijd
15-20 minuten
Uitkomst
Nakijken, verbeteren
Klaar
1. Test jezelf - 2.9 
2. Lezen uit je leesboek
timer
15:00

Slide 24 - Slide

Waar staan de hoofdletters goed?
A
mevrouw Van Beek
B
mevrouw van beek
C
mevrouw van Beek

Slide 25 - Quiz

Is de zin goed of fout?

Zij is in januari jarig.



A
goed
B
fout

Slide 26 - Quiz

Welke zin is goed?
A
31 Leerlingen zitten in onze klas.
B
31 leerlingen zitten in onze klas.

Slide 27 - Quiz

Waar staan de hoofdletters goed?
A
'S middags gaat hij vroeg weg.
B
's Middags gaat hij vroeg weg.
C
's middags gaat hij vroeg weg.

Slide 28 - Quiz

'Yes, het is bijna weekend!' schreeuwde Hubert
A
Dit citaat is goed
B
Fout, je mist de dubbele punt
C
Fout, je mist de aanhalingstekens
D
Fout, je mist de hoofdletters

Slide 29 - Quiz

Heb je nog vragen over de gebiedende wijs of de hoofdletters?

Slide 30 - Open question

Afsluiting les
Evaluatie: wat vond je van deze les?
interessant
duidelijk
onduidelijk
te snel
te langzaam
leerzaam
iets anders

Slide 31 - Poll