spc en blaasspoeling

 + Blaasspoelen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 + Blaasspoelen

Slide 1 - Slide

Vilans protocol

suprapubische verblijfskatheter verzorgen

Blaasspoelen

Slide 2 - Slide

Blaasspoelen

Slide 3 - Slide

Verschil tussen het spoelen van een katheter en blaasspoelen
Het spoelen van een katheter en blaasspoelen worden vaak in één adem genoemd. 

Katheter spoelen:
Om de katheter doorgankelijk te houden en aanslag te voorkomen en/of verwijderen.
Spoelen gebeurt met een kleine hoeveelheid spoelvloeistof.


Slide 4 - Slide

Het doel van een blaasspoeling is het reinigen of behandelen van de blaas.
Blaasspoelen:
Om medicatie in te brengen in de blaas of stolsels en bezinksel uit de blaas te verwijderen.
Spoelen gebeurt met een ruime hoeveelheid spoelvloeistof.

Spoelvloeistof moet een periode inwerken in de blaas. Dit kan per zorgvrager verschillen


Slide 5 - Slide

Indicaties voor blaasspoeling
  • om vlokken, gruis en/of stolsels te verwijderen

  • om met antibiotica ontstekingen te bestrijden (medicinale spoeling)

  • bij blaaskanker, om kankercellen te vernietigen of om de afweer te stimuleren (dit vindt plaats in het ziekenhuis)

Het is niet zinvol om zorgvragers met een katheter standaard te spoelen om urineweginfecties te voorkomen!



Slide 6 - Slide

Voor - en nadelen
Het inbrengen van vloeistof of medicijnen direct in de blaas kan voordelen hebben. 
Hoge concentraties van het werkzame bestanddeel kunnen op de aangedane plek lokaal inwerken. 
Daarnaast zijn er minder systemische bijwerkingen. 

Het nadeel is dat je moet katheteriseren. 

Slide 7 - Slide

Open versus gesloten systeem
Er zijn twee manieren om een blaasspoeling te geven:

  • Open blaasspoeling. Een blaasspoelzakje of een blaasspuit wordt op de katheter aangesloten. De katheterzak wordt hierbij losgekoppeld.

  • Gesloten blaasspoeling. De blaasspoeling vindt plaats via de derde ingang van de blaaskatheter. De katheterzak wordt hierbij niet losgekoppeld.




Slide 8 - Slide

Actieve versus passieve blaasspoeling
Actieve blaasspoeling:

Bij een actieve spoeling wordt de vloeistof onder druk ingebracht in de blaas. 

De vloeistof wordt met enige kracht in de blaas gespoten.

Slide 9 - Slide

Actieve versus passieve blaasspoeling
Passieve blaasspoeling:

Bij een passieve blaasspoeling wordt de vloeistof aangesloten op het kathetersysteem en opgehangen aan bijvoorbeeld een infuuspaal. 
De vloeistof loopt onder invloed van de zwaartekracht de blaas in.

Slide 10 - Slide

Problemen bij en na blaasspoelen

  • De spoelvloeistof loopt moeilijk in. Dit kan een gevolg zijn van een verstopte katheter.
  • Blaaskrampen. Vaak komt dit doordat de spoelvloeistof te koud is of te snel inloopt.



Slide 11 - Slide

  • Beschadiging van de blaaswand. Dit kan optreden als de spoelvloeistof met te veel kracht wordt ingebracht of als de spoelvloeistof prikkelt.
  • Infectie. Als je niet steriel genoeg hebt gewerkt, kunnen ziektekiemen in de blaas worden gebracht.


Slide 12 - Slide