oral practise

Unit studentenleven
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Unit studentenleven

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Important
Orals in the week after the spring break!!!
Wednesday 8 maart last class before the orals. 
Friday 10 maart Oral Exams
22 en 24 februari-no regular class -oral practise-see the schedule in MB
-hand in task: let me know which open day you go to/date/your top 3 courses.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat doen we vandaag?
Oefenen met spreken
Grammatica-toekomende tijd 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

task-spreken oefenen
  1. We werken in 5 groepen. We work in 5 groups. Elke groep krijgt 1 van de 5 themes.
  2. Je vertaalt de topics (onderwerpen) in het NL. You translate the topics Blz.  18 AI guide.
  3. Kies 2 onderwerpen uit en kies er 2 foto's bij. Choose 2 topics in your theme and find 2 pictures. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Task 30 mins.
4. Create 4-5 questions (in het NL) for the interactive discussion. 
5. Voer een rollenspel op. 1 student is student, 1 student is de docent. Wissel van rol. 
6. Gebruik het schema voor orals . Use the schedule for orals but reduce the preparation time to 5 mins. 
7. Maak notities om je voor te bereiden. Take notes to prepare.



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

How do you choose stimuli?
An effective visual stimulus is one that:
• is clearly relevant to one of the five themes in the course
• is culturally relevant to the target language
• offers opportunities for students to demonstrate their international-mindedness
• offers sufficient visual text for students to describe a scene or situation

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

• allows the student to offer a personal interpretation
• enables the teacher to lead the student in a wider conversation
• is relevant and of interest to the student’s age group.
  • Search for: Dutch translation+dutch ab initio


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

tijden/tenses
present tense- Ik fiets naar huis.
past tense-Ik fietste naar huis.
perfectum-ik ben naar huis gefietst. 
futurum-ik zal naar huis fietsen/ik ga naar huis fietsen. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Grammatica-
Hoe praten we over de toekomst in het Nederlands?
toekomende tijd-futurum/ future tense

zullen-shall
gaan-to go
Wij zullen slagen voor het examen.
Ik ga studeren in Amerika. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je gaan en wanneer gebruik je zullen?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

maak notities terwijl je de video kijkt
Zullen
-belofte (promise)
-voorstel (proposal)
-veronderstelling (assumption)
-plan/intentie
Ik zal beter mijn best doen.
Zullen we naar school fietsen?
Het zal wel regenen vanavond.
Hopelijk zal hij op tijd zijn.
Gaan
-actie/begin van iets (start of something) 
-handeling
-zekerheid (probability) 

Ik ga boodschappen doen.
We gaan wandelen.
Ik ga volgend jaar studeren.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Futurum /future tense
Maak zinnen met 'gaan' of 'zullen'.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Morgen - werken

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Vanmiddag - tv kijken

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

In de toekomst - Arabisch leren

Slide 17 - Open question

This item has no instructions