Twee krachten op een voorwerp.
Op voorwerpen werken wel meer dan 1 kracht.
Al deze verschillende krachten hebben ook weer verschillende uitwerkingen maar ze kunnen wel samen voor een resultaat zorgen, dit noemen we de resulterende kracht.
Denk aan het fietsen. Je hebt een spierkracht die vooruit werkt, maar je hebt ook een tegenwind die je tegenwerkt waardoor je langzamer gaat fietsen (het kost in ieder geval meer moeite).