5.3 Hitler's moordmachine


De Tweede Wereldoorlog
 (1939-1945)
3. Hitlers moordmachine
1 / 39
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


De Tweede Wereldoorlog
 (1939-1945)
3. Hitlers moordmachine

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waarom en hoe de nazi's alle joden wilden vermoorden.

Slide 3 - Slide

Zes miljoen doden
  • Joden, zigeuners en andere mensen werden vermoord..
  • In vernietigingskampen
  • Auschwitz is het bekendste kamp.
  • De moord  op de joden noemen we de Holocaust.
  • Naast vernieitingskampen bouwden de nazi's ook honderden andere concentratiekampen waar mensen gevangen werden gehouden.

Slide 4 - Slide

De Holocaust
Massamoord op de Joden
Jodenvernietiging

Slide 5 - Slide

Van uitsluiten naar uitmoorden
Toen de nazi's aan de macht kwamen (ook in Nederland), brachten ze niet meteen alle joden naar concentratiekampen. In plaats daarvan bedachten ze steeds nieuwe discriminerende regels. Ze gingen dus steeds een stapje verder. Uiteindelijk kwam het zo ver dat de nazi's de joden gingen vermoorden.

Slide 6 - Slide

Joodse ambtenaren en leraren worden ontslagen

Ambtenaren moeten een verklaring ondertekenen
Hierin verklaar jij, je ouders en grootouders, niet Joods te zijn
De Ariërverklaring



Eind november 1940 waren er al 2200 mensen hierdoor ontslagen

Slide 7 - Slide

Door propaganda, zoals in de afschuwelijke film De Eeuwige Jood of via hun eigen krant Der Stürmer...
...slagen de Nazi's erin, het Duitse volk te hersenspoelen: Joden moet je uitsluiten!

Slide 8 - Slide






Vanaf april 1941 verschijnen de bordjes "Voor Joden verboden"  in de Nederlandse steden.

Slide 9 - Slide

Jodenvervolging in Nederland









Net als in andere delen van het Duitse Rijk worden snel anti-Joodse maatregelen genomen

Slide 10 - Slide










Vanaf 3 mei 1942 zijn Joden verplicht om een Jodenster te dragen.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

RAZZIA'S
Georganiseerde jacht om mensen op te pakken:
Joden, tegenstanders, verzetsmensen

Slide 14 - Slide

kamp Westerbork

juli 1942


  • deportaties beginnen na invoering gele Jodenster (razzia's)
  • via Westerbork (doorgangskamp)
  • naar Auschwitz (vernietigingskamp, Polen)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

WAAROM?
Volgens Hitler zijn er twee soorten mensen: Übermenschen en Untermenschen. Volgens de nazi's zijn alleen de Übermenschen goed. Joden waren Untermenschen volgens de nazi's. Deze jodenhaat noemen we antisemitisme.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Volgens de nazi's had je Untermenschen en Ubermenschen.
Ubermenschen: Germaanse volken ariers (blauwe ogen, blonde haren)
Untermenschen: Oost-Europese volken, homoseksuelen, zigeuners, gehandicapten, Joden.

Slide 21 - Slide

Antisemitisme

 Jodenhaat

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

vernietigingskamp Auschwitz

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video


Zyklon B
gifgas



In Auschwitz werden mensen omgebracht door middel van het gas Zyklon B. Het was oorspronkelijk een bestrijdingsmiddel tegen ongedierte 
en bestond al vóór de oorlog. Zyklon B bestaat uit korrels die verdampen (blauwzuur) 
als ze in contact komen met lucht.

Slide 26 - Slide


Verbrandingsovens



Al het bewijsmateriaal werd vernietigd in ovens: kleding, foto's...lichamen.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

- Doorvoerkamp.
-Werkkamp.
-Vernietigingskamp
Soorten concentratiekampen.

Slide 31 - Slide

Kamplocaties

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide


6.000.000...



6 jaar oorlog in Europa
=
1 miljoen joden per jaar
=
83.000 joden per maand
=
>2700 joden per dag

Let op: het systematisch uitroeien begon pas in 1942

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Begrippen uit deze les

  • antisemitisme
  • Holocaust
  • concentratiekamp
  • vernietigingskamp

Slide 38 - Slide

Huiswerk
Lezen: paragraaf 3.4
Maken: vragen paragraaf 3.4  1 t/m 8

Slide 39 - Slide