Import en export

Betalingsbalans Nederland
Verdient Nederland aan de handel?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Betalingsbalans Nederland
Verdient Nederland aan de handel?

Slide 1 - Slide

Wat vind je nog lastig?
A
importquote berekenen
B
exportquote berekenen
C
import en export uitleggen
D
betalingsbalans

Slide 2 - Quiz

Noem vijf producten die Nederland importeert

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Wat is de totale importwaarde van alle goederen ongeveer?
A
€52 miljard
B
€527 miljard
C
€52 miljoen
D
€527 miljoen

Slide 5 - Quiz

Noem vijf voorbeelden van producten die Nederland exporteert

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

De totale importwaarde is €527 miljard. Hoeveel denk je is dan de totale exportwaarde?
A
€400 miljard
B
€500 miljard
C
€600 miljard
D
€800 miljard

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Nederland heeft een positief saldo op de betalingsbalans
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

9

Slide 11 - Video

01:27
Noem twee voorbeelden van importproducten en exportproducten voor Nederland

Slide 12 - Open question

02:06
Welke drie redenen zijn er om te importeren?

Slide 13 - Open question

02:25
Wat is een nadeel van importeren?
A
Kost geld
B
Kost banen

Slide 14 - Quiz

02:41
Wat is het voordeel van expoteren

Slide 15 - Open question

03:37
Leg uit wat het betekent dat Nederland een overschot heeft op de handelsbalans

Slide 16 - Open question

04:31
Welke bedrijven verdienen er vooral aan de wederuitvoer?
A
fabrieken
B
transportbedrijven
C
winkels
D
scholen

Slide 17 - Quiz

06:40
Wat is het voordeel van een gesloten economie?
A
Je bent zelfvoorzienend
B
Je bent niet afhankelijk van andere landen
C
Je bent afhankelijk van andere landen
D
Je maakt winst met je handel

Slide 18 - Quiz

07:06
Welke leerdoel van deze paragraaf vond je het lastigst?

Slide 19 - Open question

06:40
Wat is een nadeel van een open economie?
A
Je bent niet afhankelijk van het buitenland
B
Je bent afhankelijk van het buitenland
C
Als de handel stopt heb je geen eten meer
D
Je bent gevoelig voor onrust in de wereld

Slide 20 - Quiz