Köppensysteem + klimaatfactoren

Klimaatsysteem Köppen
Oefenen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Klimaatsysteem Köppen
Oefenen

Slide 1 - Slide

A-klimaat
B-klimaat
C-klimaat
D-klimaat
E-klimaat
droog klimaat
land klimaat
gematigd klimaat
tropisch klimaat
pool klimaat

Slide 2 - Drag question

A-Klimaat
B-Klimaat
C-Klimaat
D-Klimaat
E-Klimaat
E-Klimaat
B-Klimaat

Slide 3 - Drag question


A
Cf klimaat
B
Cs klimaat
C
Cw klimaat

Slide 4 - Quiz

Welk klimaattype hoort volgens het systeem van Köppen de Sahara-woestijn?

Slide 5 - Open question

Welk klimaattype hoort volgens het systeem van Köppen bij het tropisch regenwoud ?

Slide 6 - Open question

Welk klimaattype volgens het systeem van Köppen heeft Rusland?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 7 - Quiz

Welke afkorting van Köppen hoort bij dit klimaat?

A
BS
B
BW
C
Dw
D
Cw

Slide 8 - Quiz

Welk klimaat is dit
volgens Köppen?

A
As
B
Aw
C
Cf
D
Cw

Slide 9 - Quiz


A
BS
B
ET
C
Df
D
EF

Slide 10 - Quiz

In de toendra zie je ...
A
mos, gras en struikjes
B
palmen en olijfbomen
C
naaldbomen
D
loofbomen

Slide 11 - Quiz

Permafrost komt voor in de ...
A
subtropen
B
naaldboomgordel
C
loofboomgordel
D
toendra

Slide 12 - Quiz

Wat meet je als je "het weer" wilt bepalen?
A
Warmte en aanlandige/aflandige wind
B
Temperatuur, neerslag en wind en UV-straling
C
Hoeveel graden het is over lange tijd
D
De windkracht en gevoelstemperatuur

Slide 13 - Quiz

Er kunnen loofbomen groeien als de wintertemperatuur gemiddeld ......,
A
hoger is dan 3
B
niet lager is dan -3
C
hoger is dan 10
D
lager is dan -10

Slide 14 - Quiz


A
Df
B
ET
C
EF
D
Dw

Slide 15 - Quiz

Hoe lager de breedteligging van een plaats, hoe kouder het is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

In de winter zorgt wind vanuit zee voor ...
A
verkoeling
B
hogere temperatuur
C
eb
D
stijgingsregen

Slide 17 - Quiz

In de zomer zorgt wind vanuit zee voor ...
A
verkoeling
B
hogere temperatuur
C
vloed
D
aflandige wind

Slide 18 - Quiz

Plaatsen op dezelfde breedtegraad kunnen een verschillende gemiddelde temperatuur hebben
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Hoeveel graden daalt de temperatuur bij 2000 meter stijging in hoogte?
A
6 graden celcius
B
9 graden celcius
C
12 graden celcius
D
15 graden celcius

Slide 20 - Quiz

Hoe hoger de breedteligging, hoe warmer het wordt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz