A3cd Periode 1, Les 5 GSE (12-09-2022)

Bienvenidos
Lessonup.app
klascode A3c: zfntv (AANMELDEN)
klascode A3d: bweza
1 / 25
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Bienvenidos
Lessonup.app
klascode A3c: zfntv (AANMELDEN)
klascode A3d: bweza

Slide 1 - Slide

El programa de hoy
1. Comprobar los deberes (20 m)
2. El transporte en Barcelona, fuente F (20m)
3. ¡Abre tu libro! (el imperativo, fuente J) (20m)
4. STER: Gaudí, ejercicio 23
5. Evaluación, deberes (5m)


Slide 2 - Slide

Los deberes fueron:
Huiswerk van vorige week afmaken: 
- Leren vocab 1.2
- Afmaken Hoofdstuk 1 oef 8, 9a, 10a, 13ab (in werkboek A) 

Huiswerk nieuw: 
Estudiar:  frases clave bron E (TB p.10), leer in beide richtingen  + Bron D presente perfecto + TB p.100 nr 18 
Hacer: WB oef 13e + 19  

-> antwoorden van de opdrachten in lessonup op de volgende slides -> stel vragen bij de onderdelen die je niet goed had.






Slide 3 - Slide

Vocab 1.2:
de middag

A
la vista
B
la entrada
C
el viaje
D
la tarde

Slide 4 - Quiz

Vocab 1.2:
willen
A
contar
B
poder
C
querer
D
pensar

Slide 5 - Quiz

Vocab 1.2:
slapen
A
el bocadillo
B
volar
C
porque
D
dormir

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Comprobar, ejercicio 10a
Oral

Slide 8 - Slide

Comprobar, ejercicio 13ab
Ejercicio 13a
1 Él
2 Vosotros
3 Ellos
4 Tú
5 Vosotros
6 Yo
7 Ellos
8 Nosotros


Ejercicio 13b
1 visitamos
2 escriben
3 nos vemos
4 pasamos
5 tomáis
6 subo
7 descansamos
8 nos aburrimos


Slide 9 - Slide

Comprobar, ejercicio 13e
Ejercicio 13e
1 No me gustan mucho los museos.
2 Nos gusta hacer algo deportivo. 
3 No les gusta la Sagrada Familia. 
4 Le gusta mucho comer tapas. 
5 Me gustan mucho el estadio Camp Nou y la playa.

Slide 10 - Slide

Comprobar: Frases clave E, ej. 16
Comprobar:
  • ejercicio 16c (oral)
  • ejercicio 16d: habla en parejas (WB p.22)


Slide 11 - Slide

Comprobar: Frases clave E, ej. 19
Compara tu texto con el ejemplo -> marcar los errores + mejorar

Hola Pedro, 
¿Cómo estás? Yo he ido a Grecia. Ya he estado allí dos veces. 
Normalmente me gusta hacer algo relajado, pero este verano he decidido hacer un curso de surf. También he tomado el sol y he leído varios libros. ¡Me han parecido geniales estas vacaciones! 
Oye Pedro, ¿has estado alguna vez en Grecia? ¿Qué has hecho tú estas vacaciones?
Saludos, Kim

PREGUNTA: ¿Qué puedes mejorar? (Wat kun jij verbeteren?)

Slide 12 - Slide

Ej. 19: Je hebt jouw tekst vergeleken met het voorbeeld. Wat zijn de verschillen? / Wat kun jij nog verbeteren aan je tekst?

Slide 13 - Open question

El transporte en Barcelona: Vocabulario 1.3
El funicular                            El teleférico
¿Cómo aprendes las palabras?


timer
2:00

Slide 14 - Slide

¿Adónde quieres ir? 
Viajar en metro en Barcelona.
Ve la página en internet: tmb.cat

TB p.11, fuente F
  1. HACER: WB A, p.24-26, ejercicio 20+22
  2. ESCUCHAR: ejercicio 21 (CD1 fragment 11) 

PA3 H1 Oef 21

Slide 15 - Slide

El imperativo
De 'imperativo' (gebiedende wijs)  wordt gebruikt om iemand een bevel of opdracht te geven. 

Voorbeelden: Kijk naar het bord, ga de trap op, eet je bord leeg etc.


Slide 16 - Slide

Imperativo






Spreek je tegen een 'jij'-persoon: neem de presente 3e persoon
Tegen 'jullie': neem het hele werkwoord -> de -r wordt een -d
Tegen 'u': neem de presente 3e persoon -> de -a wordt een -e, of andersomIs het meervoud?                                                                                                                                                                   Zet er een -n achter.
HACER: WB A, oef 30c (zin 6 en 8 overslaan) + oef 30d

Slide 17 - Slide

STER 
Werk aan Bron G (TB p.12) en gebruik daarbij vocab 1.3.
Maak oef 23 in je werkboek. 

Vertel de volgende keer wat je te weten bent gekomen over Antoni Gaudí.

Slide 18 - Slide

Welk nieuw Spaans woord ga je
onthouden van vandaag?
Noteer ook de vertaling.

Slide 19 - Mind map

Deberes
SO Hoofdstuk 1 vocab 1.1 + 1.2 + bron D (presente en presente perfecto), leer de ‘perfecto’ ook uit het tekstboek (achterin het grammatica overzicht)  

 Hacer: 
afmaken oef 20 t/m 22 + oef 30c (behalve zin 6 en 8) + 30d 

Slide 20 - Slide

Info ICT, toetsen, opdrachten
ICT:   
  • magister, studiewijzer 
  • lessonup: aanmelden, linkje in magister d.d. 29 augustus 2022

Toetsen en opdrachten: 
  • Toets Paso adelante Hoofdstuk 1
  • Buen Viaje: praktische opdracht + toets
  • Evt. SO

Slide 21 - Slide

Reglas
  1. groeten bij binnenkomst, telefoon in de telefoontas
  2. spullen en huiswerk in orde
  3. bij binnenkomst rustig op eigen plaats gaan zitten
  4. als de docent spreekt, ben je stil
  5. vragen? hand opsteken
  6. computer alleen gebruiken voor de les, en alleen indien de docent dat vraagt (dus geen andere bestanden of meldingen open hebben staan)
                                                 
                                    Respecteer elkaar, en elkaars spullen.

Slide 22 - Slide

Verbos: klinkerwisseling
Bij de meeste werkwoorden is de stam onveranderlijk, en zijn de uitgangen per persoon verschillend. Ejemplo 'cant-ar': yo cant-o, tú cant-as etc.

Soms verandert echter ook de stam van het werkwoord.
Ejemplo 'pod-er' (kunnen): 
yo puedo, tú pued-es, él pued-e, nosotros pod-emos, vosotros pod-éis, ellos pued-en
Dit noem je klinkerwisseling. In een woordenboek of woordenlijst staat de klinkerwissseling er tussen haakjes achter: poder (ue).

-> ESTUDIAR: Grammaticaboekje (onderbouw), nr. 43-45
-> HACER oef 12b in Paso adelante (WB p.17-18) 
Atención: bij nosotros en vosotros GEEN klinkerwisseling

Slide 23 - Slide

Repaso: Los números, TB p.96
A.
Schrijf voor jezelf 5 sommen op in cijfers. Laat het aan niemand zien. Gebruik getallen tot 1000.
Schrijf ze daarna op een briefje in het Spaans, in woorden. Vb: cuatrocientos cinco + treinta = ....
Zet je naam eronder en lever in. 

B. 
Je krijgt een briefje met sommen die door een klasgenoot zijn opgesteld, in woorden.
Je noteert je antwoorden op een apart blaadje. Dit mag in cijfers.
Laat je antwoorden controleren door degene die de sommen heeft opgesteld. 

C. Meerdere rondes, zodat je de sommen van meerdere klasgenoten maakt.

Slide 24 - Slide