Grammatica 5.4 - 3 basis

Grammatica 5.4 - 3 basis
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Grammatica 5.4 - 3 basis

Slide 1 - Slide

Hoeveel werkwoorden staat er in de onderstaande zin?

De leerlingen moeten goed luisteren.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 2 - Quiz

Wat is het belangrijkste werkwoord in onderstaande zin?

De leerlingen moeten goed luisteren.
A
moeten
B
luisteren

Slide 3 - Quiz

Zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden
Zelfstandig werkwoord (ZWW): belangrijkste werkwoord, heb je nodig om de zin te begrijpen.

Hulpwerkwoord (HWW): kun je weglaten en dan begrijp je de zin nog steeds.

De leerlingen moeten goed luisteren.
                                HWW                   ZWW

Slide 4 - Slide

Zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden
De jongen kan jou niet  horen.
                     HWW                   ZWW

De jongen hoort jou niet.
                     ZWW

Slide 5 - Slide

Wat is het belangrijkste werkwoord in onderstaande zin?

De leerling wil een goed cijfer halen.
A
wil
B
halen

Slide 6 - Quiz

Wat is het belangrijkste ZWW in onderstaande zin?

De leerling wil een goed cijfer halen.
A
wil
B
halen

Slide 7 - Quiz

Wat voor werkwoord is 'rende' in de onderstaande zin?

Gister rende hij snel naar huis.
A
ZWW
B
HWW

Slide 8 - Quiz

Wat voor werkwoord is 'heeft' in de onderstaande zin?

Hij heeft dat nooit geloofd.
A
ZWW
B
HWW

Slide 9 - Quiz

Wat is het ZWW in de onderstaande zin?

Ik heb dat nooit gezegd.

Slide 10 - Open question

Wat is het HWW in de onderstaande zin?

Hij kon zijn huiswerk niet maken.

Slide 11 - Open question

Maak 5.4, opdr. 1 t/m 6 (blz. 149-151)

Slide 12 - Slide