This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Havo H18 Vreemd vermogen
Les 2
18.3 Obligatielening
Slide 1 - Slide
0
Slide 2 - Video
Lesdoelen
Je kunt uitleggen wat een obligatie is
Je kunt minimaal 3 verschillen met een aandeel benoemen en op basis van de verschillen voor- en nadelen benoemen voor een organisatie om kiezen voor de uitgifte van aandelen of obligaties.
Je kunt een obligatie als een belegger beoordelen.
Slide 3 - Slide
Wat weet je al van obligaties?
Slide 4 - Mind map
Herhaling
Slide 5 - Slide
Wat is een obligatielening?
Langlopende geldlening opgesplitst in kleine bedragen
Uitgegeven door overheden (o.a. staatsobligaties) en grote bedrijven
Net als bij onderhandse lening zijn er ook achtergestelde obligaties
Slide 6 - Slide
Waarvan is de rente op een obligatielening afhankelijk?
Rente op kapitaalmarkt
Wie is de debiteur? Hoe hoger het risico, hoe hoger de rente
Looptijd; hoe langer, hoe hoger de rente.
Bijzondere voorwaarden? Bijvoorbeeld tussentijds aflosbaar door de debiteur of achtergesteld? Hogere rente!
Slide 7 - Slide
Emissie van een nieuwe obligatielening
Prospectus met (financiële) gegevens organisatie
Rente, voorwaarden en looptijd lening
Slide 8 - Slide
Na plaatsing verhandelbaar op de beurs
Als de rente voor nieuwe obligaties (met een gelijk risico en vergelijkbare resterende looptijd) stijgt tot boven de rente van bestaande obligaties dan daalt de koers van bestaande obligaties.
én andersom
Slide 9 - Slide
Aflossen obligaties
In een keer aan het eind van de looptijd (standaard)
In gedeelten gedurende de looptijd doormiddel van uitloting
Het opkopen van de eigen obligaties
Slide 10 - Slide
Opdracht
Opdracht
Slide 11 - Slide
Video 4 minuten
Lees de kijkvragen
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Stel je hebt geld over...
A
ik wil investeren in de obligatie
B
ik wil niet investeren in de obligatie
Slide 14 - Quiz
Beoordeel het aanbod als een belegger
Hand-out prospectus
Slide 15 - Slide
Verschil aandeel
Slide 16 - Slide
Check lesdoelen
Je kunt uitleggen wat een obligatie is
Je kunt minimaal 3 verschillen met een aandeel benoemen
Je kunt uitleggen hoe een belegger rendement kan maken met een obligatie.
Slide 17 - Slide
Aandeel
Obligatie
Bewijs van mede-eigendom
Onderdeel EV
Onderdeel VV
Vast interest-percentage
Geen zeggenschap
Dividend
Tijdelijk vermogen
Vast vermogen
Aflossing
Slide 18 - Drag question
Huiswerk
Opdracht 18.4
Aankondiging:
Volgende week formatieve toets hoofdstuk 17 en 18
Slide 19 - Slide
Wanneer maakt een aandeelhouder koerswinst?
A
Als hij dividend ontvangt.
B
Als hij een aandeel voor meer verkoopt dan dat hij hem gekocht had.
C
Als het bedrijf winst maakt.
D
Als aandelen boven pari worden verkocht.
Slide 20 - Quiz
timer
1:30
Er ontsaat een agioreserve
De prijs is gelijk aan de nominale waarde
Gebeurt alleen als het bedrijf dringend vermogen nodig heeft